Nederlands - 2
Met de machine kan uitsluitend
veilig worden gewerkt, wanneer
u de gebruiksaanwijzing en de
veiligheidsvoorschriften volle-
dig leest en u zich strikt aan de
gegeven aanwijzingen houdt.
Houd u bovendien aan de algemene veilig-
heidsvoorschriften in de bijgevoegde bro-
chure. Laat u voor het eerste gebruik prak-
tisch instrueren.
■
Draag een veiligheidsbril.
■
Houd tijdens de werkzaamheden nooit een
hand of een vinger voor het zaagblad.
■
Raak de stroomkabel niet aan indien deze tij-
dens de werkzaamheden wordt beschadigd of
doorgesneden, maar trek onmiddellijk de stek-
ker uit het stopcontact. Gebruik de machine
nooit met een beschadigde kabel.
■
Sluit gereedschap dat buitenshuis wordt ge-
bruikt aan via een aardlekschakelaar met een
inschakelstroom van maximaal 30 mA. Ge-
bruik het gereedschap niet in de regen of in
een vochtige omgeving.
■
Voer de kabel altijd achterwaarts van de ma-
chine weg.
■
Asbesthoudend materiaal mag niet worden
bewerkt.
■
Beweeg de machine alleen ingeschakeld naar
het werkstuk.
■
De zaaglijn moet boven en onder vrij van ob-
stakels zijn.
■
Zet het werkstuk vast.
Een met spanvoorzie-
ningen of een bankschroef vastgehouden
werkstuk wordt beter vastgehouden dan u met
uw hand kunt doen.
■
Bij het zagen moet de voetplaat
7
over het
hele oppervlak goed aansluiten. Gebruik tij-
dens het bewerken van kleine of dunne werk-
stukken een stabiele ondergrond of zaagtafel
(extra toebehoren).
■
Schakel na het beëindigen van de werkzaam-
heden de machine uit en leg deze pas neer,
wanneer de machine geheel tot stilstand is ge-
komen (gevaar voor terugslag).
■
Schakel de machine voor het neerleggen altijd
uit en wacht tot deze tot stilstand is gekomen.
■
Rem zaagbladen na het uitschakelen niet af
door er aan de zijkant tegen te drukken.
■
Gebruik alleen scherpe en onbeschadigde
zaagbladen. Vervang gescheurde, verbogen
of botte zaagbladen onmiddellijk.
■
Laat kinderen de machine nooit gebruiken.
■
Bosch kan een juiste werking van de machine
uitsluitend waarborgen wanneer voor deze
machine bedoeld origineel toebehoren wordt
gebruikt.
■
Trek altijd voor werkzaamheden aan de ma-
chine de stekker uit het stopcontact.
Zaagblad inzetten (zie afbeelding
)
■
Voor het inzetten en vervangen van het zaag-
blad
15
wordt het dragen van werkhandschoe-
nen geadviseerd.
Duw het zaagblad (tanden in zaagrichting) in de
zaaghouder tot het blad vastklikt. Let er bij het in-
zetten van het zaagblad op dat de zaagbladrug in
de groef van het steunwiel
13
ligt.
Opmerking:
Als het
zaagblad niet in de
zaaghouder
12
kan
worden gestoken om-
dat de groeven van de
zaagbladopname niet
in de juiste stand
staan of de Preci-
sion Control
gelei-
dingsklauwen
14
ge-
sloten zijn (zie afbeel-
ding), dient u de
SDS-hendel
18
kort
naar voren te duwen
en weer los te laten.
Precision Control
Druk op de schakelaar voor Preci-
sion Control
11
om de zijwaartse
stabiliteit van het ingezette zaag-
blad te verbeteren. Het zaag-
blad
15
wordt door de Preci-
sion Control geleidingsklauwen
14
zijwaarts geleid. Daardoor is nauw-
keurig zagen mogelijk.
Precision Control kan worden gebruikt voor alle
toepassingen, ook voor verstekzagen. In het bij-
zonder aan te raden is Precision Control voor
zaagsneden in dik hout. De zaaghoek wordt aan-
gehouden en het verlopen van het zaagblad
wordt verminderd. Zie voor meer aanwijzingen
het gedeelte „Tips”.
Als u Precision Control wilt uitschakelen, werpt u
het zaagblad uit en zet u het indien nodig weer in.
Voorzichtig! Het zaagblad kan heet zijn. Draag
werkhandschoenen.
Voor uw veiligheid
Zaagblad wisselen/inzetten
A
12
14
47 • 2 609 932 280 • 04.03