Nederlands |
83
Bosch Power Tools
1 609 929 W88 | (1.6.10)
Glijvoet
Bij de bewerking van kwetsbare oppervlakken
kunt u de glijvoet
6
op de voetplaat
7
plaatsen,
om krassen op het oppervlak te voorkomen.
Als u de glijvoet wilt aanbrengen, maakt u deze
6
vooraan aan de voetplaat
7
vast, drukt u hem
achteraan omhoog en laat u hem vastklikken.
Gebruik
Functies
f
Trek altijd voor werkzaamheden aan het
elektrische gereedschap de stekker uit het
stopcontact.
Pendelbeweging instellen
Dankzij de in vier standen instelbare pendelbe-
weging kunnen zaagsnelheid, zaagcapaciteit en
zaagbeeld optimaal worden aangepast aan het
te bewerken materiaal.
Met de instelhendel
9
kunt u de pendelbewe-
ging ook terwijl het elektrische gereedschap
loopt instellen.
De optimale pendelbeweging voor de gewenste
toepassing kunt u proefondervindelijk bepalen.
Daarbij gelden de volgende adviezen:
– Hoe fijner en schoner de zaagrand moet wor-
den, hoe kleiner de pedelbeweging moet
worden ingesteld, of deze moet eventueel
helemaal worden uitgeschakeld.
– Schakel bij de bewerking van dunne materia-
len (bijv. metaalplaat) de pendelbeweging
uit.
– Werk in harde materialen (bijv. staal) met
een kleine pendelbeweging.
– In zachte materialen en bij het zagen van
hout in de richting van de nerf kunt u met
maximale pendelbeweging werken.
Verstekhoek instellen (zie afbeelding G)
De voetplaat
7
kan voor verstekzaagsneden tot
45° naar rechts of naar links worden gedraaid.
– Verwijder de beschermkap
16
en de afzuig-
aansluiting
5
.
– Open de spanhendel
24
van de voetplaat en
schuif de voetplaat
7
iets in de richting van
de netkabel.
– Voor het instellen van nauwkeurige verstek-
hoeken heeft de voetplaat rechts en links
vastklikpunten bij 0° en 45°. Draai de voet-
plaat
7
volgens de schaalverdeling
22
in de
gewenste stand. Andere verstekhoeken kunt
u met een hoekmeter instellen.
– Duw de voetplaat
7
vervolgens tot aan de
aanslag in de richting van het zaagblad
13
.
– Sluit de spanhendel
24
om de voetplaat in de
ingestelde positie te vergrendelen.
De beschermkap
16
, de afzuigaansluiting
5
en
het antisplinterplaatje
21
kunnen bij verstek-
zaagwerkzaamheden niet worden gebruikt.
Voetplaat verstellen (zie afbeelding H)
Voor het zagen tot aan opstaande randen kunt u
de voetplaat
7
naar achteren verplaatsen.
– Verwijder de beschermkap
16
(zie„Be-
schermkap”, pagina 82).
– Open de spanhendel
24
van de voetplaat en
schuif de voetplaat
7
tot deze niet meer ver-
der kan in de richting van de netkabel.
– Sluit de spanhendel
24
om de voetplaat in de
ingestelde positie te vergrendelen.
Zagen met een verplaatste voetplaat
7
is alleen
mogelijk met een verstekhoek van 0°. Boven-
dien mogen de parallelgeleider met de cir-
kelsnijder
27
(toebehoren) en het antisplinter-
plaatje
21
niet worden gebruikt.
Voorspanning van voetplaat veranderen
Met het stelwiel
23
kan de voorspanning van de
spanhendel
24
voor de voetplaat worden veran-
derd.
Zit de voetplaat
7
na het sluiten van de hendel
niet vast, open dan de spanhendel en draai het
stelwiel voor de voorspanning in de richting
„+”
.
Kan de voetplaat na het openen van de spanhen-
del niet of slechts moeilijk worden versteld,
draai dan het stelwiel in de richting
„–”
.
Stand 0
geen pendelbeweging
Stand I
kleine pendelbeweging
Stand II
gemiddelde pendelbeweging
Stand III
grote pendelbeweging
OBJ_BUCH-796-004.book Page 83 Tuesday, June 1, 2010 11:23 AM