nl
81
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb.
!
* Niet bij alle modellen.
Bedieningselementen
Afb.
"
Inschakelen van
het apparaat
Afb.
"
Het apparaat met de insteltoets 1
inschakelen.
Er is een alarmsignaal te horen. De
temperatuurindicatie 4 knippert en de
alarmtoets 5 brandt.
Druk de alarmtoets 5 in. Het
alarmsignaal wordt uitgeschakeld.
Zodra de vriesruimte de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, gaat
temperatuurindicatie 4 branden.
1-5
Bedieningselementen
6
Verlichting (LED)
7
NoFrost-systeem
8
Klep van het vriesvak
9
Glasplaat
10
IJsbereider/ijsblokjesreservoir
11
Diepvrieslade (klein)
12
Diepvrieslade (groot)
13
Schroefvoetjes
14*
Koude-accu
15
Diepvrieskalender
16
Deurontluchting
1
Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
2
Toets „super”
Om het supervriessysteem in en
uit te schakelen.
Brandt alleen als het
supervriessysteem
is ingeschakeld.
3
Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
gewenste temperatuur ingesteld.
4
Temperatuurindicatie
Geeft de ingestelde temperatuur
van de diepvriesruimte aan.
5
Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).