66
| Nederlands
1 609 929 S06 | (29.5.09)
Bosch Power Tools
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is,
bijvoorbeeld omdat het oppervlak waarop het
meetgereedschap staat meer dan 4° van de wa-
terpaslijn afwijkt, beginnen de laserlijnen te
knipperen. Als het geluidssignaal geactiveerd is,
klinkt maximaal gedurende 30 seconden een ge-
luidssignaal met een snel ritme. Binnen 10 se-
conden na het inschakelen is dit alarm gedeacti-
veerd om het instellen van het
meetgereedschap mogelijk te maken.
Stel in dit geval het meetgereedschap horizon-
taal op en wacht het zelfwaterpassen af. Zodra
het meetgereedschap zich binnen het zelfwater-
pasbereik van
±
4° bevindt, schijnen de laser-
stralen continu en wordt het geluidssignaal uit-
geschakeld.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens
het gebruik vindt automatisch opnieuw water-
passen van het meetgereedschap plaats. Con-
troleer na het waterpassen de positie van de la-
serstralen met betrekking tot referentiepunten
om fouten door een verschuiving van het meet-
gereedschap te voorkomen.
Waterpasnauwkeurigheid
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstempe-
ratuur uit. Vooral vanaf de grond naar boven toe
verlopende temperatuurverschillen kunnen de
laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen in de buurt
van de grond of vloer het grootst zijn, dient u het
meetgereedschap indien mogelijk op een in de
handel verkrijgbaar statief te monteren en het in
het midden van het werkoppervlak op te stellen.
Behalve externe invloeden, kunnen ook appa-
raatspecifieke invloeden (zoals een val of een
hevige schok) tot afwijkingen leden. Controleer
daarom altijd voor het begin van de werkzaam-
heden de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap.
Als het meetgereedschap bij een van de contro-
les de maximale afwijking overschrijdt, dient u
het door een Bosch-klantenservice te laten repa-
reren.
Als de waterpasnauwkeurigheid van de horizon-
tale laserstralen binnen de maximaal toegestane
afwijking ligt, is daarmee ook de waterpasnauw-
keurigheid van de gekruiste laserlijnen (verticale
as) gecontroleerd.
Horizontale waterpasnauwkeurigheid
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van
20 meter op een vaste ondergrond tussen twee
muren A en B nodig.
– Monteer het meetgereedschap dicht bij muur
A op een statief of plaats het op een vlakke
en stabiele ondergrond. Schakel het meetge-
reedschap in.
– Richt een horizontale puntstraal op de nabij-
gelegen muur A. Laat het meetgereedschap
waterpassen. Markeer het midden van de
punt van de laserstraal op de muur (punt
I
).
– Draai het meetgereedschap 180°, laat het ni-
velleren en markeer het midden van de punt
van de laserstraal op muur B aan de andere
kant (punt
II
).
A
B
20 m
A
B
180˚
OBJ_BUCH-847-001.book Page 66 Friday, May 29, 2009 7:50 AM