1 689 989 212
2014-10-31
|
Robert Bosch GmbH
Controle | 1 687 010 496 | 65
nl
6. Onderhoud
6.1
Onderhoudsintervallen
Onderhoudswerk
w
ek
eli
jk
s
2-jaar
lijk
s
*)
Slangleidingen controleren (zie hfdst.6.2)
X
X
*)
bij hoofdinspectie door de technische dienst/klantenservice uit te
voeren
6.2
Slangleidingen controleren
Alle slangleidingen (hoogdruk slangleidingen en laag-
druk slangleidingen) altijd behoedzaam behandelen
en voor gebruik controleren. Slangleidingen moeten
worden vervangen wanneer bij de controle de volgende
beschadigingen worden vastgesteld:
R
scheuren, broosheid, schuurplekken of blazen op de
slangommanteling
R
geknikte slangleiding
R
stroeve wartelmoeren of snelkoppelingen
R
Vervormde of beschadigde aansluitzijde van de
slangleiding (afdichtconus, steeknippel, enz.)
R
lekken aan de armatuur
R
corrosie aan de armatuur, waardoor de stevigheid
wordt gereduceerd
R
Overschrijding van de gebruiksduur
(zie hoofdstuk 6.3)
!
Beschadigde slangleidingen mogen niet gerepareerd
worden.
6.3
Hogedrukslang vervangen
Vervang de hogedrukslang (bedrijfsdruk groter dan
60 bar) na 3 jaar (zie productiedatum op de hogedruk-
slang), ook als er geen veiligheidsrelevante gebreken te
zien zijn.
5.2
Testprocedure starten
1.
Roep in de systeemsoftware in het dialoogvenster
"
Selectie componenten
" de gewenste testafloop op.
2.
Roep het meetbeeld op.
3.
Selecteer teststap "
1
".
4.
Activeer in het keuzemenu "
Meetfuncties
" de functie
Automatisch Aan/Uit
.
Het symbool "Automatisch" knippert in de be-
drijfsstatusindicatie.
5.
Start de test met <
F8
>.
6.
Toevoerdruk voor de pomp instellen.
7.
Activeer in keuzemenu "
Meetfuncties
" de functie
Kanaalherkenning
.
De software voert een automatische herkenning
van de actieve meetkanalen uit.
"
Het testsysteem en de CB 28 zijn gereed voor de
test.
5.3
Beschrijving van de pomptest
Na het starten van de test en bij ingeschakelde status
"Automatisch" begint direct na het bereiken van de
vooraf bepaalde gewenste waarden de wacht- resp.
meettijd te lopen. Na afloop van de tijden gaat de soft-
ware automatisch naar de volgende teststap en slaat
daarbij de meetresultaten voor het meetprotocol op.
Wanneer de laatste teststap is bereikt en de meettijden
verstreken zijn, schakelt de testbank uit en is de test
beëindigd.
Met <
F12
> kan het meetprotocol worden opgeroepen.
Summary of Contents for CB 28
Page 2: ......