Nederlands |
59
1 609 929 L47 • 5.6.07
Als de indicaties
4
en
2
afwisselend knipperen, moeten de batterijen wor-
den vervangen.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen batterijen van één
fabrikant en met dezelfde capaciteit.
f
Neem de batterijen uit het meetgereedschap als u het langdu-
rig niet gebruikt.
Als de batterijen lang worden bewaard, kunnen deze
gaan roesten en leegraken.
Gebruik
Ingebruikneming
f
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme temperatu-
ren of temperatuurschommelingen.
Laat het bijvoorbeeld niet
lange tijd in de auto liggen. Laat het meetgereedschap bij grote tempe-
ratuurschommelingen eerst op de juiste temperatuur komen voordat u
het in gebruik neemt.
Stel het meetgereedschap minstens 50 cm van de bouwlaser verwijderd
op. Plaats het zo dat de laserstraal het ontvangstveld
6
kan bereiken. Stel
op de bouwlaser de hoogste rotatiesnelheid in.
In- en uitschakelen
f
Bij het inschakelen van het meetgereedschap klinkt een luid
geluidssignaal. Houd daarom het meetgereedschap bij het
inschakelen uit de buurt van het oor en van andere personen.
Het luide geluid kan het gehoor beschadigen.
Als u het meetgereedschap wilt
inschakelen
, drukt u kort op de toets
5
(„<1 sec on”). De richtingindicaties
4
,
3
en
2
aan de voor- en achterzijde
van het meetgereedschap branden gedurende één seconde en er klinkt
een kort geluidssignaal.
Als de ontvanger aan staat, licht de middenindicatie
3
elke twee seconden
op om aan te geven dat het apparaat stand-by is. Zodra de laserstraal het
ontvangstveld
6
doorloopt, geven de richtingindicaties
4
,
3
en
2
uitsluitend
de hoogte van de laserstraal aan (zie „Richtingindicaties”, pagina 60).
OBJ_BUCH-136-002.book Page 59 Tuesday, June 5, 2007 9:02 AM