Nederlands |
33
Bosch Power Tools
1 609 92A 3A3 | (19.8.16)
Boorstandaard voor de bevestiging positioneren
Teken het gewenste boorgatmidden aan de ondergrond af.
Markeer de buitenafmetingen van de boorkroon waarmee u
wilt boren, met het boorgatmidden als centrum.
Bevestig de boorstandaard (met ingezette boormachine) zo-
danig met plug of vacuüm dat de gemonteerde boorkroon met
de afgetekende afmetingen gelijk ligt.
Bevestiging met pluggen (zie afbeelding B)
Boor een apart bevestigingsgat voor de bevestiging van de
boorstandaard met pluggen (toebehoren) in metselwerk of
beton.
Voor het pluggat gelden de volgende maten:
Breng een betonplug met spreidwig of een metselwerkplug
16
aan. Schroef de snelspanspil
17
in de plug.
Plaats de boorstandaard en een onderlegring erop en schroef
deze met de vleugelmoer
18
vast. Draai de vleugelmoer na het
waterpas stellen (zie „Waterpas stellen”) met een steeksleutel
(sleutelwijdte 27 mm) vast.
Bevestiging door middel van een vacuüm (toebehoren)
Voor de bevestiging van de boorstandaard met vacuüm hebt
u een courante vacuümpomp en een Bosch-vacuümset (ac-
cessoire) nodig.
De vacuümpomp moet aan de volgende minimumvereisten
voldoen:
Voor de bevestiging met vacuüm moet de ondergrond glad en
effen zijn. Het gebruik op pleister of metselwerk is niet toege-
staan.
Plaats, nadat de vacuümverbinding tot stand is gebracht, de
nivelleerschroeven
6
licht op de ondergrond zodat de boor-
standaard vastzit en de afdichtingsring een beetje ontspant.
Anders zit de boorstandaard heel zacht op de afdichtingsring.
Voor de aansluiting van vacuümpomp en Bosch-vacuümset
dient u de gebruiksaanwijzingen te lezen en in acht te nemen.
Neem de veiligheids- en werkvoorschriften voor de va-
cuümpomp en vacuümset strikt in acht.
Waterpas stellen (niet bij bevestiging door middel van
een vacuüm)
Draai de nivelleerschroeven
6
afzonderlijk zo ver in of uit tot
de waterpas
14
aan de boormachine (bij verticale montage)
of de waterpas
15
aan de boormachine (bij horizontale mon-
tage) exact uitgelijnd is.
Bevestig nu de boorstandaard vast met plugbevestiging.
Gebruik
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het ge-
reedschap instelt of toebehoren wisselt.
Onbedoeld
starten van boormachines is de oorzaak van sommige on-
gevallen.
Draai na elke verstelling aan de boorstandaard alle
schroeven opnieuw vast.
Boorhoek wijzigen
Maak de onderste schroef
8
van de boorhoekverstelling met
een steeksleutel (sleutelwijdte 17 mm) los en verwijder deze.
Maak de bovenste schroef
5
met een steeksleutel (sleutel-
wijdte 17 mm) los.
Maak de spanmoer
11
met een steeksleutel (sleutelwijdte
24 mm) los. Plaats de boorstandaard op de gewenste boor-
hoek.
Draai de spanmoer
11
met de steeksleutel opnieuw stevig
vast. Draai de bovenste schroef
5
met een steeksleutel (sleu-
telwijdte 17 mm) vast.
De boorstandaard mag pas ingezet worden als span-
moer 11 en schroef 5 van de hoekverstelling opnieuw
vastgedraaid zijn.
Na het boren brengt u de boorkolom
4
in omgekeerde volgor-
de opnieuw in de verticale positie (boorhoek van 0°). Hier-
voor moet u de onderste schroef
8
opnieuw inzetten en met
een steeksleutel (sleutelwijdte 17 mm) vastdraaien.
Waterafzuiging
Om het bij het nat boren uit de boring komende water op te
vangen, hebt u een watervangring en een alleszuiger nodig
(beide accessoires).
De watervangring (zie „Toebehoren”, pagina 34) is voor het
gebruik met een diamantboorstandaard GCR 180 en de dia-
mantboormachine GDB 180 WE bestemd.
Montage van de watervangring (zie afbeelding C)
Snijd een opening voor de gewenste boordiameter in het af-
dichtingsdeksel.
Schuif de spanveer
19
tot aan de aanslag in de spleet tussen
bodemplaat
9
en boorkolom
4
. Controleer of het afgeschuin-
de deel van de spanveer naar onderen wijst.
Breng de watervangring in positie en leg de spanveer op de
oplegpunten aan de watervangring. (De lippen aan de uitein-
den van de spanveer dienen om de spanveer naar boven te
trekken.)
Door de spankracht van de veer wordt de watervangring met
zijn afdichting op de ondergrond gedrukt en deze verhindert sa-
men met het vacuüm van de alleszuiger het lekken van water.
Tips voor de werkzaamheden
Neem voor de boorwerkzaamheden de gebruiksaanwij-
zing van de diamantboormachine in acht.
Los om te boren de vastzetrem
13
zodanig dat het draaikruis
1
licht bewogen kan worden. Houd hierbij het draaikruis vast
om het ongecontroleerd wegglijden van de boormachine te
verhinderen.
Afstand pluggat – Midden van het geplande boorgat
Optimaal
210 mm
Mogelijk
200–300 mm
Diameter
Diepte
Metselwerk
20 mm
85 mm
Beton
16 mm
50 mm
Volumestroom:
6 m
3
/h
Vacuüm minstens:
80 % (–800 mbar)
OBJ_BUCH-2243-002.book Page 33 Friday, August 19, 2016 10:34 AM