54
| Nederlands
Materiaal
Freesdiameter
[mm]
Positie instelwiel
Spaanplaten
4−10
12−20
> 20
3−6
2−4
1−3
Kunststoffen
4−15
> 15
2−3
1−2
Na langere tijd werken met een klein toerental moet u het
elektrische gereedschap ter afkoeling een tijdje bij maximaal
toerental onbelast laten draaien.
In- en uitschakelen
Voor het
inschakelen
van het elektrische gereedschap zet u
de aan/uit-schakelaar
(13)
op
I
.
Voor het
uitschakelen
van het elektrische gereedschap zet u
de aan/uit-schakelaar
(13)
op
0
.
Aanwijzingen voor werkzaamheden
u
Bescherm frezen tegen schokken en stoten.
Freesrichting en freesbewerking (zie afbeelding E)
u
De freesbewerking moet altijd tegen de omlooprich-
ting van de frees
(5) gebeuren (tegenloop).
Bij het fre-
zen met de omlooprichting (gelijkloop) kan het elektri-
sche gereedschap uit de hand gerukt worden.
u
Gebruik het elektrische gereedschap uitsluitend met
gemonteerde freeskorf
(2).
Het verlies van controle
over het elektrische gereedschap kan letsel veroorzaken.
Aanwijzing:
Houd er rekening mee dat de frees
(5)
altijd
buiten de voetplaat
(9)
uitsteekt. Beschadig de sjabloon of
het werkstuk niet.
Stel de gewenste freesdiepte in.
Schakel het elektrische gereedschap in en leid het naar de
plek die moet worden bewerkt.
Schakel na het frezen het elektrische gereedschap uit.
u
Leg het elektrische gereedschap pas neer, nadat de
frees helemaal tot stilstand is gekomen.
Uitlopende in-
zetgereedschappen kunnen verwondingen veroorzaken.
Frezen met kopieerhuls (zie afbeeldingen F1–F2)
Met behulp van de kopieerhuls
(21)
kunt u contouren van
modellen of sjablonen naar werkstukken overbrengen.
Kies afhankelijk van dikte van de sjabloon of het model de
geschikte kopieerhuls. Vanwege de uitstekende hoogte van
de kopieerhuls moet de sjabloon een minimale dikte van 8
mm hebben (zie afbeelding
F1
).
u
Kies een freesgereedschap met een diameter die klei-
ner is dan de diameter van de kopieerhuls.
Draai de vier cilinderkopschroeven aan de onderkant van de
glijplaat
(8)
eruit en verwijder de glijplaat.
Bevestig de kopieerhuls
(21)
in de glijplaat (zie
afbeelding
F2
).
Schroef de glijplaat weer losjes aan de voetplaat
(9)
vast. De
glijplaat moet nog vrij kunnen bewegen.
Om ervoor te zorgen dat de afstand van freesmidden en ko-
pieerhulsrand overal gelijk is, moeten de kopieerhuls en glij-
plaat, indien nodig, ten opzichte van elkaar worden gecen-
treerd.
– Lijn de glijplaat zodanig uit dat frees en kopieerhuls naar
de opening in de glijplaat zijn gecentreerd.
– Houd de glijplaat in deze stand en draai de bevestigings-
schroeven stevig vast.
Voor het frezen met de kopieerhuls
(21)
gaat u als volgt te
werk:
– Leg het elektrische gereedschap met de kopieerhuls
(21)
tegen de sjabloon.
– Beweeg het elektrische gereedschap met uitstekende ko-
pieerhuls en met zijwaartse druk langs de sjabloon.
Kanten- of vormfrezen (zie afbeelding H)
Bij het kanten- en vormfrezen zonder parallelgeleider moet
het freesgereedschap zijn voorzien van een geleidingspen of
kogellager.
Geleid het ingeschakelde elektrische gereedschap vanaf de
zijkant naar het werkstuk tot de geleidingspen of het kogella-
ger van het freesgereedschap tegen de te bewerken rand
van het werkstuk ligt.
Beweeg het elektrische gereedschap langs de rand van het
werkstuk. Let er daarbij op dat het gereedschap onder de
juiste hoek op het werkstuk ligt. Te sterke druk kan de rand
van het werkstuk beschadigen.
Frezen met parallelgeleider (zie afbeelding I)
Om parallel met de kant te frezen, kunt u de
parallelgeleider
(22)
monteren.
Bevestig de parallelgeleider
(22)
aan de freeskorf
(2)
met
de kartelschroef
(4)
.
Stel met de vleugelschroef op de parallelgeleider
(23)
de ge-
wenste aanslagdiepte in.
Beweeg het ingeschakelde elektrische gereedschap met ge-
lijkmatige voorwaartse beweging en zijwaartse druk op de
parallelgeleider langs de rand van het werkstuk.
Frezen met geleidingshulpmiddel (zie afbeelding J)
Het geleidingshulpmiddel
(24)
dient voor het frezen van
kanten met frezen zonder geleidepen of kogellager.
Bevestig het geleidingshulpmiddel aan de freeskorf
(2)
met
de kartelschroef
(4)
.
Beweeg het elektrische gereedschap met een gelijkmatige
voorwaartse beweging langs de rand van het werkstuk.
Zijdelingse afstand:
Om de hoeveelheid weggenomen ma-
teriaal te veranderen, kunt u de zijdelingse afstand tussen
het werkstuk en de glijrol
(27)
bij het
geleidingshulpmiddel
(24)
instellen.
Draai de vleugelschroef
(25)
los, stel de gewenste zijdeling-
se afstand door draaien van de vleugelschroef
(26)
in en
draai de vleugelschroef
(25)
weer vast.
Hoogte:
Stel afhankelijk van gebruikte frees en dikte van het
te bewerken werkstuk de verticale uitlijning van het gelei-
dingshulpmiddel in.
1 609 92A 6FL | (29.09.2021)
Bosch Power Tools