58
| Nederlands
Als alternatief kunt u voor het wisselen van de zender op
de toets omlaag zoeken
(10)
of de toets omhoog zoe-
ken
(9)
drukken. De radio wisselt naar de volgende be-
schikbare zender (in alfabetische volgorde aflopend of
oplopend).
– Voor het
opslaan van een ingestelde zender
drukt u zo
lang op de programmageheugentoets
(5)
van de gewens-
te geheugenplaats tot het nummer van de geheugenplaats
in de aanduiding geheugenplaats
(c)
verschijnt.
Als de 4 geheugenplaatsen van de audiobron
DAB
zijn be-
zet, dan wisselt u door op de Source-knop
(7)
te drukken
naar de audiobron
DAB2
waar nog eens 4 geheugenplaat-
sen ter beschikking staan. Denk eraan dat u na het wisse-
len de gewenste zender opnieuw moet instellen om deze
te kunnen opslaan.
– Voor het
afspelen van een opgeslagen zender
drukt u
kort op een van de programmageheugentoetsen
(5)
. Het
nummer van de geheugenplaats verschijnt in de aandui-
ding geheugenplaats
(c)
. Wissel eventueel door op de
Source-knop
(7)
te drukken tussen de audiobronnen
DAB
en
DAB2
om toegang te kunnen krijgen tot alle opgesla-
gen zenders.
Aanwijzing:
Bij ontvangstproblemen kunt u het zoeken van
DAB+-zenders handmatig starten. Hiervoor kiest u
<Auto
Scan>
in het menu of drukt u tegelijkertijd op de toets om-
laag zoeken
(10)
en de toets omhoog zoeken
(9)
. Nadat het
zoeken naar zenders is voltooid worden 4 zenders op de pro-
grammageheugenplaatsen 1 tot 4 opgeslagen. Reeds opge-
slagen zenders worden daarbij overschreven.
Als er geen DAB+-radiozender kan worden gevonden, dan
verschijnt
<No DAB Station – Please Auto Scan>
in de mul-
tifunctionele aanduiding
(k)
.
FM-radiozenders instellen/opslaan
Druk voor het kiezen van de audiobron FM-radiozenders zo
vaak op de Source-knop
(7)
tot op de aanduiding audio-
bron
(b)
FM
of
FM2
verschijnt.
GPB 18V‑2 C: De frequentie van de actueel afgespeelde zen-
der verschijnt in de aanduiding radiofrequentie
(d)
.
GPB 18V‑2 SC: De naam van de actueel afgespeelde zender
verschijnt telkens in de bovenste regel van de multifunctio-
nele aanduiding
(k)
. Welke extra informatie in de onderste
regel van de multifunctionele aanduiding verschijnt, kan in
de menufunctie worden ingesteld.
Als een geschikt signaal met voldoende sterkte wordt ont-
vangen, dan schakelt de radio automatisch naar stereo-ont-
vangst, op het display verschijnt de aanduiding stereo-ont-
vangst
(h)
. In de menufunctie kan de ontvangstwijze naar
mono-ontvangst worden gewijzigd.
– Voor het
instellen van een bepaalde zender
draait u aan
de Source-knop
(7)
(
TUNE
) tot de gewenste frequentie of
de gewenste zender op het display verschijnt.
– Voor het
zoeken van de volgende zender met hoge sig-
naalsterkte
drukt u kort op de toets omlaag zoeken
(10)
of de toets omhoog zoeken
(9)
. De volgende gevonden
zender verschijnt op het display en wordt afgespeeld.
– Voor het
zoeken van alle zenders met hoge signaal-
sterkte
drukt u langer dan een halve seconde op de toets
omlaag zoeken
(10)
of de toets omhoog zoeken
(9)
. Elke
gevonden zender wordt 5 seconden lang afgespeeld,
daarna wordt doorgegaan met zoeken tot aan het einde
van de frequentieband. Om het zoeken van zenders af te
breken, drukt u kort op de toets omlaag zoeken
(10)
of de
toets omhoog zoeken
(9)
.
– Voor het
opslaan van een ingestelde zender
drukt u zo
lang op de programmageheugentoets
(5)
van de gewens-
te geheugenplaats tot het nummer van de geheugenplaats
in de aanduiding geheugenplaats
(c)
verschijnt.
Als de 4 geheugenplaatsen van de audiobron
FM
zijn be-
zet, dan wisselt u door op de Source-knop
(7)
te drukken
naar de audiobron
FM2
waar nog eens 4 geheugenplaat-
sen ter beschikking staan. Denk eraan dat u na het wisse-
len de gewenste zender opnieuw moet instellen om deze
te kunnen opslaan.
– Voor het
automatisch zoeken en opslaan
van de sterk-
ste zenders (
AUTOSTORE
) drukt u tegelijkertijd op de
toets omlaag zoeken
(10)
en de toets omhoog zoe-
ken
(9)
. De radio controleert alle zenders die kunnen wor-
den ontvangen, en slaat de 4 zenders met de beste ont-
vangst op de programmageheugenplaatsen 1 tot 4 op.
Denk eraan dat daarbij eventueel reeds opgeslagen zen-
ders worden overschreven.
Als het zoeken is beëindigd, dan wordt de op programma-
geheugenplaats 1 opgeslagen zender afgespeeld.
– Voor het
afspelen van een opgeslagen zender
drukt u
kort op een van de programmageheugentoetsen
(5)
. Het
nummer van de geheugenplaats verschijnt in de aandui-
ding geheugenplaats
(c)
. Wissel eventueel door op de
Source-knop
(7)
te drukken tussen de audiobronnen
FM
en
FM2
om toegang te kunnen krijgen tot alle opgeslagen
zenders.
Sprietantenne afstellen
De radio wordt met gemonteerde sprietantenne
(6)
gele-
verd. Draai bij radiomodus via FM de sprietantenne in de
richting die de beste ontvangst mogelijk maakt.
Als er geen voldoende ontvangst mogelijk is, plaats dan de
radio op een plek met een betere ontvangst.
Aanwijzing:
Bij gebruik van de radio in de directe omgeving
van zendmasten, zend-/ontvangapparatuur of andere elek-
tronische apparaten kan de radio-ontvangst worden belem-
merd.
Externe audiobronnen via AUX aansluiten
Open het beschermkapje van het aansluitvak
(16)
en steek
de 3,5‑mm-stekker van de AUX-kabel
(26)
in de
AUX IN
-
bus
(25)
. Sluit de AUX-kabel op een geschikte audiobron
aan.
Voor het afspelen van de AUX-audiobron drukt u zo vaak op
de Source-knop
(7)
tot in de aanduiding audiobron
(b)
AUX
verschijnt.
Sluit ter bescherming tegen vuil het beschermkapje van het
aansluitvak
(16)
weer, wanneer u de stekker van de AUX-ka-
bel verwijdert.
1 609 92A 5NG | (27.05.2020)
Bosch Power Tools