17
FILL-IN
Als u op deze knop
j
drukt terwijl het ritme in
uitvoering is, wordt een ritmische variant van het
slagwerk afgespeeld.
REGISTREER- EN BELUISTERFUNCTIE
Deze functie laat toe de uitvoering van een liedje op het
klavier, op te nemen en te beluisteren. Om op te nemen
de REC.-toets indrukken
g
vooraleer met de uitvoering
van het liedje te beginnen. Om het opgenomen liedje te
beluisteren, de PLAY-toets
h
indrukken.
OKON (Leerfunctie)
Met de functie One Key One Note kunt u de melodie
van een van de vooraf geregistreerde liedjes spelen.
Druk op de knop
OKON
k
, kies het gewenste liedje
door op de betreffende witte toets te drukken (de
begeleiding begint af te spelen), om de melodie uit te
voeren, drukt u vervolgens op een willekeurige toets van
het toetsenbord. Raadpleeg de volgende afbeelding
voor de positie van de 6 demosongs op het klavier:
SINGLE (VEREENVOUDIGDE AKKOORDEN)
Wanneer een ritme in uitvoering is en je drukt op de
knop SINGLE
l
, dan wordt het klavier automatisch in
twee secties verdeeld en kan men de akkoorden
componeren in het linkerdeel EASY CHORD (van DO1
tot FA#1) in vereenvoudigde modus met
een
,
twee
of
drie vingers
(zie tabel met akkoorden op het einde van
deze handleiding).
Als u op SYNC
l
drukt voor de drukknop SINGLE,
begint de automatische begeleiding met het ritme 01.
PERCUSSIES
Als u op de knop DRUM
m
drukt, worden op de witte en
zwarte toetsen 37 ritmische percussie-instrumenten
geactiveerd.
USB PLAYER
Met deze keyboard kunt u mp3-melodieën lezen via
een USB Flash drive (Pen Drive) wanneer die aan de
achterkant van het instrument op de USB-poort is
aangesloten
t
. Wanneer het toestel is aangesloten,
wordt de eerste melodie automatisch afgespeeld en
weerklinkt die via de luidsprekers van de keyboard. Om
het volume te regelen, houdt u de knoppen MP3 VOL
(
of
)
f
ingedrukt; om de melodie in pauze te
stellen, drukt u op de knop PAUSE / PLAY; om naar de
volgende of vorige melodie te gaan, drukt u op de
knoppen MP3 VOL (
of
) .
ETIKET NOTENBALK EN NUMMERS
Aan de voorkant van het instrument is een etiket
q
aange-
bracht om de noten op het toetsenbord en op de notenbalk
te herkennen. De naam van de noten is aangegeven in de
internationale aanduiding van muzieknoten.
De nummers van 1 tot 15
wijzen op de toetsen die
bespeeld moeten worden om de melodie uit te voeren, m.b.v.
de muziekpartituren op het einde van deze handleiding.
NOTEN VOORAFGEGAAN DOOR EEN TEKEN
Vaak vindt men naast de
vioolsleutel of vóór een
afzonderlijke noot het
teken of .
Als er één of meer van
dergelijke tekens achter
de vioolsleutel staan,
betekent dat, dat alle noten van het stuk die zich op
dezelfde hoogte (als het teken) óp of tussen de lijnen
bevinden, op de betreffende zwarte toetsen gespeeld
moeten worden. Hetzelfde geldt wanneer een of
teken voor een afzonderlijke noot staat. Het ophefteken
( )dat men mogelijkerwijs op de notenlijn tegenkomt,
betekent dat de halve toon weer opgeheven wordt.
HOE HET STUK IN DE VEREENVOUDIGDE
MODUS UIT TE VOEREN
DE MELODIE: In de volgende muziekstukken komt elke
noot overeen met een nummer; als u het toetsenbord
bekijkt, merkt u dat er op het etiket van de notenbalk
ook een nummer aanwezig is. Om de melodie uit te
voeren, lees de opeenvolging van nummers boven de
noten en druk, een na een, op de witte of zwarte toetsen
die overeenkomen met dezelfde nummers aangegeven
boven het toetsenbord.
De samenhang tussen
de noten, getallen en
hun respektievelijke
plaats op het
toetsenbord wordt in
het diagram hiernaast
verduidelijkt.
DE AKKOORDEN: In de muziekstukken zijn verder de
akkoorden voor de begeleiding aangegeven. De letters
op het etiket van de notenbalk geven de namen aan van
de noten om een akkoord samen te stellen (zie tabel
akkoorden op het einde van deze handleiding).