11
STROOMVERZORGING MET BATTERIJEN
Open het batterijenvak
met een kruisschroe-
vendraaier. Breng 3
batterijen van 1,5V
type R6/AA (niet
bijgeleverd), let daarbij
op de correcte polari-
teit
(+/–)
. Sluit de
deksel. Vervang de batterijen wanneer de geluidskwaliteit
te wensen over laat.
Voor een lange levensduur wordt het
geadviseerd alkalinebatterijen te gebruiken
.
HET GEBRUIK VAN DE BATTERIJEN:
Verwijder lege batterijen uit
hun vakjes. • Laad de niet-oplaadbare batterijen NIET op. • Voor het opladen
van batterijen moeten ze uit hun vakjes worden verwijderd. • Laad de
batterijen op onder toezicht van volwassenen. o Breng de batterijen aan met
de correcte polariteit. • Gebruik niet tegelijkertijd batterijen van verschillende
merken, of nieuwe en gebruikte batterijen tesamen. • Gebruik alleen
batterijen van het aangeraden soort of een soortgelijk type. • Veroorzaak geen
kortsluiting met de contactklemmen van de stroomverzorging. • Verwijder de
batterijen als het instrument voor een langere periode niet wordt gebruikt.
RICHTLIJNEN OMTRENT DE VERZAMELING VAN AFVAL
M.b.t. de afvalverzameling van de beneden vermelde speciaalmaterialen
informeert u zich aub. bij de gemeente van de gespecialiseerde
afvalverzamelpunten.
1. HET WEGWERPEN VAN DE BATTERIJEN: Ter
bescherming van het milieu mogen de batterijen niet
in de normale vuilnisbak geworpen worden, maar in
de speciale bakken voor batterijen.
2. VERZAMELING VAN VERPAKKINGEN: Verpakkingen van papier, karton en
golfkarton dienen bij de overeenkomstige verzamelpunten ingeleverd te
worden. Voor plastikdelen van de verpakkingen dienen de daavoor bepaalde
verzamelcontainers gebruikt te worden.
De symbolen van de diverse plastiktypes zijn:
Legenda van plastiktypes:
•
PET
= Polyethyleenterefthalat •
PE
= Polyethyleen, Code 02 für PE-HD, 04
für PE-LD •
PVC
= Polyvinylchloride •
PP
= Polypropylene •
PS
=Polysterool,
Polysteroolschuim •
O
= Andere Polymere (ABS, verbindingen, enz.)
3. INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS VAN ELEKTRISCHE
APPARATEN: Het symbool van de doorkruiste vuilnisbak geeft
aan dat de apparatuur op het einde van zijn levensduur niet
weggegooid mag worden met het normaal huishoudelijk afval,
maar dat de gebruiker het moet toevertrouwen aan een
containerpark in zijn gemeente of aan de koper, bij aankoop van een nieuwe
equivalente apparatuur of gratis, indien het kleiner is dan 25 cm. De correcte
toewijzing van het afval draagt bij tot het voorkomen van mogelijke negatieve
effecten op het milieu en de gezondheid. Zo bevordert men bovendien het
hergebruik en/of de recyclage van de materialen waaruit de apparatuur bestaat.
Het verkeerd afdanken van het product vanwege de gebruiker, gaat gepaard met
sancties zoals voorgeschreven door de wet. Voor meer informatie over het
afdanken van speciaal afval, contacteer de bevoegde plaatselijke overheden.
01
PET
02
PE
03
PVC
05
PP
06
PS
07
O
IN-/UITSCHAKELING
Zet het instrument aan door de knop
g
te draaien.
DEMO
Het instrument bevat
8
vooraf geregistreerde
melodieën
.
Als u op de toets
DEMO ALL
e
drukt, wordt het afspelen
en de selectie van de melodieën geactiveerd. Druk op de
toets
Stop
f
om de uitvoering te stoppen.
VOLUMEREGELING
Het volume regelen, doet men met de
Volume
-toetsen
i
, (
Volume Up
) luider; (
Volume Down
) stiller.
KLANKKEUZE
Om de
8 klanken
te kiezen, de overeenkomstige toets
indrukken
a
.
RITMEKEUZE
Om de
8 ritmes
te kiezen, de overeenstemmende toets
indrukken
h
. Om de uitvoering te stoppen, de
Stop
-
toets indrukken
f
.
OKON
Met de functie
O
ne
K
ey
O
ne
N
ote kunt u de melodie van
een van de vooraf geregistreerde liedjes spelen.
Druk op de knop
One Key
b
, kies het gewenste liedje
door op de betreffende witte of zwarte toets te drukken; om
de melodie uit te voeren, drukt u vervolgens op een wil-
lekeurige toets van het toetsenbord. Raadpleeg de volgen-
de afbeelding voor de positie van de 8 demosongs op het
klavier:
Druk opnieuw op de toets
One Key
om de modus te
verlaten.
REGISTREER- EN BELUISTERFUNCTIE
Deze functie laat toe de uitvoering van een liedje op het
klavier, op te nemen en te beluisteren.
Om op te nemen de Record-toets indrukken
c
vooraleer met de uitvoering van het liedje te beginnen.
Om het opgenomen liedje te beluisteren, de Replay-
toets
d
indrukken. De snelheid regelen, doet men met
de Tempo-toetsen
j
. (Tempo Up) verhogen; (Tempo
Down) verlagen.
GEBRUIK VAN DE MICROFOON
Steek de stekker in de aansluiting e om de microfoon te
gebruiken
k
.
HARTEN EN CIJFERS OM MAKKELIJK MUZIEK
TE SPELEN
Aan de voorkant van het instrument, boven de toetsen,
staan ter hoogte van elke toets cijfers en gekleurde hartjes
gedrukt
l
om het herkennen van de muzieknoten vol-
gens de BONTEMPI-muziekmethode te vergemakkelijken.
Sommige melodieën die met de Bontempi-methode zijn
gecomponeerd, staan op de achterkant van de doos.
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
N E D E R L A N D S