Bediening
65
wordt ontvangen. Het bovenstaande
voorbeeld illustreert een situatie waarbij
de gebruiker een verkeerd programma
beluistert of het volume plots is
gedempt. De gegevens die door de
functie RDS worden gebruikt zijn PI, PS,
AF, TP, TA, EON en PTY.
PS: Naam van het programma
Dit is de naam van de zender die wordt
weergegeven
met
behulp
van
alfanumerieke tekens.
AF: Alternatieve frequenties
Dit is een lijst van frequenties van
radiozenders die hetzelfde programma
uitzenden.
TP:
Identificatie
van
het
verkeersinformatieprogramma
Dit
zijn
identificatiegegevens
die
afkomstig
zijn
van
zenders
die
verkeersinformatie uitzenden.
TA:
Identificatie
van
de
verkeersinformatie
Dit
zijn
identificatiegegevens
die
aangeven
dat
er
al
dan
niet
verkeersinformatie wordt uitgezonden.
EON: Informatie over programma
’
s van
een andere zender
(Enhanced Other Network)
Dit is informatie die wordt uitgezonden
in de functies PI, AF, TP, TA, enz., met
betrekking tot andere programma
’
s die
afkomstig zijn van andere zenders dan
de zender die op dat moment wordt
ontvangen.
DE USB-SPELER BEDIENEN
De USB-poort (10) is te vinden op het
voorpaneel van het apparaat. Deze poort
dient om USB-drivers (10) aan te sluiten.
Als er een USB-driver is aangesloten, zoekt
het apparaat de MP3/WMA-bestanden die
erop staan en begint ze af te spelen. Als
de USB-driver al is aangesloten, druk dan
op de knop SRC (4) totdat de stand USB op
de display verschijnt.
BESTANDEN KIEZEN
Druk op de knop
(8) of
(12) om
naar het volgende of vorige
bestand te gaan. Op de display verschijnt
het nummer van het bestand.
Houd de knop
(12) of
(8) ingedrukt
om de bestanden naar voor of naar achter
te doorzoeken. Als de knop wordt
losgelaten, begint het apparaat te spelen.
AFSPELEN PAUZEREN
Druk op de knop
(19) om het afspelen
te pauzeren. Druk opnieuw op de knop om
het afspelen te hervatten.
ALLE
BESTANDEN
SCANNEND
AFSPELEN
Druk op de knop SCN (18) om de eerste
seconden van elk bestand af te spelen. Druk
opnieuw op de knop om het scannend
afspelen te stoppen en weer normaal af te
spelen.
FUNCTIE HERHALEN
Er zijn drie herhaalvarianten:
RPT
all---RPT
folder---RPT
one
(respectievelijk: Herhaal alles -> Herhaal
map -> Herhaal één bestand)
Druk op de knop RPT (17) om een van deze
functies te kiezen.
RPT all: Herhaalt alle bestanden.
RPT folder: Herhaalt alle bestanden uit de
map.
RPT one: Herhaalt één nummer.
RANDOM ALLE BESTANDEN AFSPELEN
Druk op de knop RDM (16) om alle
bestanden in random volgorde af te spelen.
Druk opnieuw op de knop om de functie
random afspelen uit te schakelen.
MAP NAAR BOVEN/NAAR ONDER
ZOEKEN
Druk op de knop DIR- (15) fo DIR+ (14),
D
U
T
C
H