25
■
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een grote,
slechts weinig gevulde pan heeft veel energie nodig.
■
Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij groente
blijven vitamines en mineralen behouden.
■
Dek met uw pan altijd een zo groot mogelijk vlak van de
kookzone af.
■
Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
■
Kies een geschikte doorkookstand. Met een te hoge
doorkookstand verspilt u energie.
■
Maak gebruik van de restwarmte van de kookplaat. Schakel
bij langere bereidingstijden al 5-10 minuten voor het einde
van de bereidingstijd de kookzone uit.
Het apparaat leren kennen
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende kookplaten.
Op
pagina 2
vindt u een typenoverzicht met informatie over
afmetingen.
Het bedieningspaneel
Aanwijzingen
■
Wanneer u een symbool aanraakt, wordt de betreffende
functie geactiveerd.
■
Houd de bedieningsvlakken altijd droog. Vocht heeft een
nadelige invloed op de werking.
■
Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van indicaties en
sensoren komen. De elektronica kan oververhit raken.
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie met twee standen.
Verschijnt er een
•
op het display, dan is de kookzone nog
heet. U kunt bijv. een klein gerecht warmhouden of couverture
smelten. Koelt de kookzone verder af, dan verandert de
indicatie in
œ
. De indicatie verdwijnt wanneer de kookzone
voldoende afgekoeld is.
Kookplaat instellen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt instellen. In de
tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en uit.
Inschakelen: raak het symbool
#
aan. Er klinkt een signaal.
Het indicatielampje boven de hoofdschakelaar en de indicaties
‹
zijn verlicht. De kookplaat is klaar voor gebruik.
Uitschakelen: raak het symbool
#
aan tot het indicatielampje
boven de hoofdschakelaar en de indicaties uitgaat. Alle
kookzones zijn uitgeschakeld. De restwarmte-indicatie blijft aan
totdat de kookzones voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
■
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle kookzones
langer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.
■
De instellingen blijven gedurende de eerste 4 seconden na
het uitschakelen bewaard. Wanneer u in deze tijd de
kookplaat opnieuw inschakelt, treedt deze in werking met de
vorige instellingen.
Indicaties
‚
-
Š
Kookstanden
•
/
œ
Restwarmte
Bedieningsvlakken
#
Hoofdschakelaar
E
Kinderslot
$
Keuze kookzone
A @
Instelvelden