48
Uw nieuwe oven
Hier maakt u kennis met uw nieuwe oven. We leggen u de
werking van het bedieningspaneel en de afzonderlijke
bedieningselementen uit. U krijgt informatie over de
binnenruimte en de toebehoren.
Bedieningspaneel
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
Functie- en temperatuurkeuzeknop
Met de functie- en temperatuurkeuzeknop kunt u de wijze van
verwarmen en de temperatuur instellen.
Kookzoneschakelaars
Met de vier kookzoneschakelaars kunt u het
verwarmingsvermogen van de kookzones instellen.
Als u de oven inschakelt, brandt het indicatielampje
Binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
De ovenlamp brandt tijdens het gebruik van de oven. Met de
instelling
\
van de functie- en temperatuurkeuzeknop kunt u
de ovenlamp inschakelen zonder de oven in gebruik te nemen.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven
oververhit.
Verklaringen
1
Functie- en temperatuurkeuzeknop
2
Keuzeschakelaar
Temperatuur
Functie
Ú
Nulstand. Oven niet heet.
50-250
Temperatuur wordt in ºC aangege-
ven.
Functie
\
Ovenlamp
%
50-250
Boven- en onderwarmte
#
Bovenwarmte
Standen
Functie
Û
Nulstand
Oven uitgeschakeld.
1-9 Kookstanden
1 = laagste stand
9 = hoogste stand
æ
Activeren
Bijschakelen van de braadzone
ð
Activeren
Bijschakelen van de tweekrings-
kookzone
Summary of Contents for 5HC110.0
Page 2: ......