Handleiding
4
Nederlands
werking - Algemeen
De ijsmachine is alleen bedoeld
voor huishoudelijke doeleinden,
niet voor professioneel gebruik.
1. Motorbehuizing
2. Aan/uit-schakelaar
3. Snoer met stekker
4. Aandrijfas
5. Afdekkap met vulopening
6. Mengarm
7. Koelcontainer
8. Sluiting
Figuur 1
werking - Vóór het eerste gebruik
1. Verwijder de verpakking.
2. Reinig de koelcontainer, de afdekkap en de mengarm om eventuele fabricageresten te verwijderen.
Zie ‘Reiniging en onderhoud’.
werking -
de koelcontainer invriezen
Een belangrijke stap in het bereiden van ijs is het invriezen van de koelcontainer. Deze bevat een dubbel
geïsoleerde beker die een bepaalde tijd nodig heeft om goed in te vriezen. De tijd is afhankelijk van de
temperatuur in uw vriezer.
1. Zet de koelcontainer rechtop in de vriezer. Bij een temperatuur van -18 °C duurt het minimaal 12 uur
voordat de container goed koud is. Bij een hogere temperatuur duurt dit langer. Laat de container bij
voorkeur een nacht in de vriezer staan. Als u de container altijd in de vriezer laat staan, dan kunt u ijs
maken op elk gewenst moment!
2. Haal de koelcontainer pas vlak voor het ijs maken uit de vriezer.
werking -
iJs maken
1. Bereid de ingrediënten voor en meng ze door elkaar, volgens de
aanwijzingen van het recept (zie ‘Recepten’).
2. Zet, bij gekookte ingrediënten, het mengsel in een pan met
koud water om het te laten afkoelen.
3. Zet het mengsel in de koelkast om het (verder) te laten
afkoelen, voordat u het in de koelcontainer doet.
4. Plaats de mengarm (6) in het gat aan de onderkant van de
motorbehuizing (1).
5. Plaats de motorbehuizing op de afdekkap (5). Steek de
mengarm door het gat in de afdekkap. Beweeg de
motorbehuizing naar voren totdat deze vastklikt in de afdekkap.
6. Pak de koelcontainer uit de vriezer.
7. Zet de afdekkap op de bevroren koelcontainer (7), zodat:
de nokken van de afdekkap in de uitsparingen van de
koelcontainer vallen.
8. Draai de sluiting (8) met de klok mee totdat deze vastklikt.
Figuur 2
9. Steek de stekker (3) in het stopcontact.
10. Zet de aan/uit-schakelaar (2) aan (positie ‘I’).
1
2
5
6
7
3
4
8