• 126 •
• 127 •
NL
WAARSCHUWING
ker op de lader.
- De verlengkabel correct bedraad is en elektrisch in een correcte toestand verkeert.
- De draaddiameter toereikend is voor de AC-Ampères van de lader.
Aanbevolen minimale diameter van verlengkabel:
-30,5 meter of minder – gebruik een verlengkabel van 1,0 mm².
- Langer dan 30,5 meter – gebruik een verlengkabel van 1,25 mm².
6.2.7.
Laden
Zorg ervoor dat zowel de lader als de booster op een droog, onbrandbare oppervlakte staan.
Om de booster te laden, de lader aansluiten op de laadpoort op de voorkant van de booster.
Controleer of de AC-uitgangsspanning overeenstemt met de ingangsspanning van de lader.
1. Sluit de lader aan op het elektrisch stopcontact en controleer of de groene STROOMLED op de lader
gaat branden.
2. Controleer of de gele LAADLED in de lader traag begint te knipperen om aan te duiden dat het laadproces
is gestart. Om de status van de lading te kennen, kunt u het percentage aflezen op de display van de
booster.
3. Als de display van de booster 100 (%) aanduidt, is de interne batterij volledig geladen en is de booster
klaar voor gebruik. De volledige lading kan tot 24 uur duren.
OPMERKING: De gele LAADLED op de lader zal blijven knipperen nadat de display 100% aanduidt,
omdat de lader automatisch in onderhoudsmodus gaat.
4. Als de lading voltooid is en de booster gereed is voor gebruik, koppel de lader dan af van het AC-contact
en koppel de lader dan los van de booster.
7. BEDIENINGSINSTRUCTIES
7.1.
Starten van een voertuig
EEN VONK IN DE BUURT VAN DE BATTERIJ KAN EEN EXPLOSIE VAN DE BATTERIJ
VEROORZAKEN. OM HET RISICO VAN EEN VONK IN DE BUURT VAN DE BATTERIJ
TE VERMINDEREN:
1. Schakel de kontakt van het voertuig UIT voordat u de kabels aansluit.
2. Sluit de booster aan op de batterij van het voertuig zoals beschreven in hoofdstuk 4.
Als u de klemmen verkeerd hebt aangesloten, zal een audioalarm worden geactiveerd.
Zet de AAN/UIT-schakelaar van de booster NIET op AAN. Dit zou de booster of het voertuig ernstig
kunnen schaden. Keer de aansluitingen om en het audioalarm zal stoppen.
3. Zet de booster AAN/UIT-schakelar van de booster NIET op AAN.
4. Start de motor aan. Als de motor niet binnen 8 seconden start, stop het starten dan en wacht minstens
3 minuten voordat u opnieuw probeert om het voertuig te starten. Hierdoor kan batterij van de booster
afkoelen.
5. Nadat de motor is gestart, de AAN/UIT-schakelaar van de booster onmiddellijk op OFF zetten.
6. Koppel de booster los van het voertuig, zoals beschreven in hoofdstuk 4.6.
7. Steek de batterijklemmen terug in de klemhouders. Herlaad de booster zo snel mogelijk na gebruik.
7.2.
Als u andere functies van de booster gebruikt, let dan steeds op de volgende stappen:
1. Controleer of de batterijklemmen veilig op de klemhouders zijn bevestigd.
2. Laad de booster zo snel mogelijk na het gebruik van een functie.
7.3.
Stroomvoorziening van een apparaat van 12V DC
De booster is een stroombron voor alle accessoires van 12V DC die voorzien zijn van een
accessoirestekker van 12V. Controleer of het apparaat dat moet worden gevoed op UIT staat
voordat u de accessoirestekker van 12V DC in het contact voor accessoires aansluit.
1. Open het veiligheidsdeksel van de DC-stroombron aan de voorkant van de booster.
2. Sluit het apparaat aan op het stopcontact en zet het apparaat aan (indien nodig).
3. Als het apparaat meer dan 15A verbruikt of kortgesloten is, wordt de circuitverbreker van de booster
geactiveerd en zal deze de stroom van het apparaat uitschakelen. Koppel het apparaat los en de verbre
-
ker zal automatisch resetten. Het DC-stopcontact is rechtstreeks aan de interne batterij bedraad. Een
langdurige werking van een 12V-apparaat kan de batterij overmatig uitputten. Herlaad onmiddellijk als
het apparaat is losgekoppeld.
7.4.
Stroomvoorziening van een USB-apparaat