Ballonkrik
Instructies voor de veiligheid en het gebruik
1.
De ballonkrik heeft een hefvermogen van max. 3 ton. Krik geen zwaardere voertuigen op –
anders bestaat gevaar voor ongevallen!
2.
Let erop dat de niet opgekrikte wielen zodanig geblokkeerd moeten worden dat het
opgekrikte voertuig niet kan wegrollen (handrem, wig enz., neem de gebruiksaanwijzing
van het voertuig in acht)
3.
Raak geen onderdelen van de uitlaatinstallatie aan – gevaar voor verbranding! Let er vooral
bij het optrekken van de uitlaatadapter op dat u de uitlaat niet aanraakt. Let er op dat de
ballonkrik c.q. de beschermmat niet in contact staat met onderdelen van de uitlaat.
4.
De ballonkrik mag niet gebruikt worden om aan of onder het voertuig
reparatiewerkzaamheden, inspecties enz. uit te voeren – gevaar voor ongevallen!
Niet onder het opgekrikte voertuig gaan liggen!
5.
Laat het gas uit de ballonkrik zo ontwijken dat u of andere personen het gas niet inademen
– gevaar voor vergiftiging!
6.
De toepassing van de ballonkrik is niet toegestaan in gesloten ruimtes – gevaar voor
vergiftiging!
7.
Houd tijdens het gebruik van de ballonkrik andere personen op een afstand van het
voertuig.
8.
Gebruik de meegeleverde beschermmatten om de ballonkrik niet door puntige of scherpe
voorwerpen op de bodem of aan het voertuig te beschadigen. Het ploffen van de ballon
kan ernstig letsel veroorzaken!
9.
De ballonkrik mag niet worden toegepast bij uitlaatinstallaties met dubbele pijp omdat hier
beschadigingen aan de uitlaatinstallaties kunnen worden veroorzaakt.
10. De ballonkrik mag alleen aan uitlaatinstallaties met enkele pijp worden toegepast met een
max. diameter van 65 mm. De toepassing van ovale eindpijpen is toegestaan zolang de
adapter hieraan bevestigd kan worden, bijv. 30 x 60 mm.
Voorbereiding en opkrikken van het voertuig
1.
Neem de ballonkrik uit de transporttas en vouw hem open. Leg een van de
beschermmatten op de plaats onder de auto waar deze opgekrikt gaat worden. Plaats dan
de ballonkrik op de beschermmat en op de ballonkrik de tweede beschermmat. Blokkeer
de niet opgekrikte wielen zodanig dat het opgekrikte voertuig niet kan wegrollen (handrem,
wig enz., neem de gebruiksaanwijzing van het voertuig in acht).
2.
Plaats de slangadapter in de aansluiting van de ballonkrik en vergrendel deze door naar
rechts te draaien.
3.
Zet de uitlaatadapter stevig op de uitlaatpijp.
4.
Start de motor en laat deze in de neutrale stand lopen. De uitlaatgassen pompen de
ballonkrik op en deze krikt het voertuig op.
5.
Zodra het luchtkussen met gas is gevuld en de juiste werkhoogte heeft bereikt (de wielen
draaien vrij zonder de bodem aan te raken), wordt de uitlaatadapter van de uitlaatpijp
verwijderd. Een automatische terugslagklep voorkomt dat de krik zakt. Schakel de motor
tijdens de volgende montagewerkzaamheden uit.
Voorzichtig!
Het luchtkussen nooit meer dan ca. 80% vullen. Als het kussen te vol wordt, kan dit
een explosie ten gevolg hebben waardoor er gevaar voor letsel ontstaat!
6.
Het aflaten gebeurt na het beëindigen van alle montagewerkzaamheden door de
slangadapter op de ballonkruk licht naar links te draaien en de gasvulling gedoseerd te
laten ontwijken. De adapter niet volledig losmaken voor het luchtkussen geleegd is en de
wagen helemaal gedaald is! Het luchtkussen kan plotsklaps ontspannen – gevaar voor
ongevallen!
NL
