11/ 2008
BENNING MM 7
81
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van de
BENNING MM 7
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, Hz, °C, °F
en
van de BENNING MM 7
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten van
het circuit. Indien de gemeten weerstand in het circuit tussen de twee con-
tactbussen kleiner is dan 30 Ω, wordt een akoestisch signaal afgegeven.
Zie fig. 8:
doorgangstest met zoemer.
8.6 Capaciteitsmeting
Voor capaciteitsmetingen dienen de condensatoren volledig ontladen
te zijn. Er mag nooit spanning gezet worden op de contactbussen voor
capaciteitsmeting. Het apparaat kan daardoor beschadigd worden of
defect raken. Een beschadigd apparaat kan spanningsgevaar opleveren.
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling ( ) .
- Stel de polariteit vast van de condensator en ontlaad de condensator.
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van de
BENNING MM 7
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, Hz, °C, °F
en
van de BENNING MM 7
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren overéénkomstig po la-
riteit aan de ontladen condensator en lees de gemeten waarde af in het
display van de BENNING MM 7
Zie. fig. 9:
capaciteitsmeting
8.7 Frequentiemeting
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (Hz).
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van de
BENNING MM 7
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, Hz, °C, °F
en
van de BENNING MM 7
- Let op de minimale gevoeligheid voor frequentiemetingen met de
BENNING MM 7
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpun-
ten van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 7
Zie fig. 10:
frequentiemeting
8.8 Temperatuurmeting
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (°C en °F)
- De adapter voor de temperatuursensor overéénkomstig polariteit inpluggen
in de COM-contactbus
en in de contactbus V, Ω, Hz, °C, °F en
.
- De temperatuurssensor (type K) inpluggen in de adapter.
- Leg het contactpunt (uiteinde van de sensorkabel) aan de te meten plaats
en lees de gemeten waarde af in het display van de BENNING MM 7
Zie fig. 11:
temperatuurmeting.
9. Onderhoud
De BENNING MM 7 mag nooit onder spanning staan als het
apparaat geopend wordt. Gevaarlijke spanning!
Werken aan een onder spanning staande BENNING MM 7
mag uitsluitend
gebeuren door elektrotechnische specialisten, die daarbij de nodige voor-
zorgsmaatregelen dienen te treffen om ongevallen te voorkomen
.
- Maak de BENNING MM 7 dan ook spanningsvrij, alvorens het apparaat te
openen.
- Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten object.
- Neem de veiligheidsmeetsnoeren af van de BENNING MM 7.
- Zet de draaischakelaar
in de positie "Off"
9.1 Veiligheidsborging van het apparaat
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BENNING MM 7 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in geval van:
- Zichtbare schade aan de behuizing
- Meetfouten
- Waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde omstan-
digheden
- Transportschade
In dergelijke gevallen dient de BENNING MM 7 direct te worden uitgeschakeld
en niet opnieuw elders te worden gebruikt.