12/ 2005
BENNING CM 4
55
7.4 Meetbereik voor weerstand en akoestische doorgangstest
Overbelastingsbeveiliging: 600
V
eff
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid v/d meting
Max. nullastspanning
400 Ω
0,1 Ω
± (1 % meet 3 digits)
3 V
De ingebouwde zoemer geeft een akoestisch signaal bij een weerstand
< 30 Ω.
7.5 Frequentiebereik
Overbelastingsbeveiliging
- bij meting via spanningsingang: 600 A
eff
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid v/d meting
400 Hz
1 Hz
± (0,1 % meet 3 digits)
Minimale ingangsfrequentie: 20 Hz
Minimale gevoeligheid: 3 A
eff
7.6 PEAK HOLD
Meetbereik: V AC, A AC
Koppelingssoort: AC
In de PEAK-Hold-functie (opslag piekwaardes) moet bij de gespecificeerde
nauwkeurigheid rekening worden gehouden met een extra afwijking van
+ (± 3 % + 10 digits).
Meetwaardes > 600 V
spikes
c.q. 600 A
spikes
zijn niet gespecificeerd.
8. Meten met de BENNING CM 4
8.1 Voorbereiden van de metingen
- Gebruik en bewaar de BENNING CM 4 uitsluitend bij de aangegeven werk-
en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
- Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien van
nominale spanning en stroom. Origineel met de BENNING CM 4 meegele-
verde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
- Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren. Beschadigde meets-
noeren direct verwijderen.
- Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direct verwijderen.
- Voordat met de draaischakelaar
een andere functie gekozen wordt,
dienen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
- Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 4 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spanningsmeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde!
Gevaarlijke spanning!!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
- COM-bus
- Bus voor V, Ω
van de BENNING CM 4 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 600 V bedragen.
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (V AC) of (V DC).
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van
de BENNING CM 4.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω
van de
BENNING CM 4.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display
van de
BENNING CM 4.
Zie fig. 2:
meten van gelijkspanning.
Zie fig. 3:
meten van wisselspanning.
8.3 Wisselstroommeting
8.3.1 Voorbereiden van metingen
- Gebruik en bewaar de BENNING CM 4 uitsluitend bij de aangegeven
werk- en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
- Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 4 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.