45 - FL
De selecties wijzigen nadat het
programma gestart is
De programmaknop draaien terwijl het
programma normaal bezig is, zal het programma
niet wijzigen.
Het programma op de stand-by-modus
zetten
Druk snel op de knop “Starten/Pauze/Annuleren”
om uw machine over te schakelen op de stand-
by-modus. Hulpprogramma’s kunnen worden
geannuleerd of geselecteerd overeenkomstig de
stap waar het programma zich bevindt. De deur
kan worden geopend indien het waterniveau dit
toelaat. Het wasgoed kan worden toegevoegd/
verwijderd door de deur te openen.
Deurslot
De vuldeur kan niet worden geopend omwille van
veiligheidsredenen wanneer het lampje “Klaar”
knippert. De vuldeur kan worden geopend
wanneer het lampje “Klaar” continu brandt.
Kinderslot
U kunt voorkomen dat kinderen met de machine
spelen via het kinderslot. In dit geval kunnen
geen wijzigingen worden aangebracht aan het
lopende programma.
Het kinderslot wordt ingeschakeld door de 1ste
en 2de hulpfunctieknop gedurende 3 sec. in
te drukken. “C on” (Kinderslot is geactiveerd)
verschijnt op het scherm. Hetzelfde symbool
wordt ook weergegeven telkens wanneer een
knop wordt ingedrukt terwijl het kinderslot
geactiveerd is.
Het kinderslotlampje op de
programmaverloopindicator brandt wanneer het
kinderslot geactiveerd is.
Om het kinderslot te deactiveren, druk de 1ste
en 2de hulpfunctieknoppen gedurende 3 sec.
in. “Cl” (Kinderslot is gedeactiveerd) verschijnt
op het scherm. Het kinderslotlampje op de
programmaverloopindicator gaat uit wanneer het
kinderslot gedeactiveerd is.
Het programma eindigen via
annulering
De knop “Starten/Pauze/Annuleren” wordt
gedurende 3 seconden ingedrukt om het
programma te annuleren. Het lampje “Klaar”
knippert tijdens het annuleren en “Einde”
verschijnt op de display.
5 Onderhoud en reiniging
Wasmiddellade
Verwijder alle wasmiddelrestanten in de lade. Ga
als volgt tewerk:
1. Druk op het gemarkeerde punt van de
sifon in het wasverzachterbakje en trek
naar u toe tot de lade verwijderd is uit de
machine.
C
Als meer dan een normale hoeveelheid
water en wasverzachtermengsel
zicht begint te verzamelen in het
wasverzachtervak, moet de sifon worden
gereinigd.
2. Was de wasmiddellade en de sifon met
voldoende lauw water in een wasbak.
3. Plaats de lade terug in zijn behuizing na
het reinigen. Controleer of de sifon in zijn
originele locatie zit.
Watertoevoerfilters
Er bevindt zich een filter aan het uiteinde van
elke waterinlaatklep aan de achterkant van
de machine en ook aan het einde van elke
watertoevoerslang waar deze aangesloten zijn
op de kraan. Die filters voorkomen dat vreemde
substanties en vuil in het water in de machine
terecht komen. De filters moeten worden
gereinigd als ze vuil worden.
• Sluit de kranen.
• Verwijder de moeren van de
watertoevoerslangen om de oppervlakken
van de filters op de waterinlaatkleppen te
reinigen met een geschikte borstel.
• Als de filters heel vuil zijn, kunt u ze
met een buigtang verwijderen om ze te
reinigen.
• Verwijder de filters op de platte uiteinden
van de watertoevoerslangen met de
pakkingen en reinig ze zorgvuldig onder
stromend water.
• Plaats de pakkingen en filters zorgvuldig
terug op hun plaatsen en draai de moeren
met de hand dicht.