54 / NL
Luchtreiniger/Handleiding
1
Belangrijke veiligheids- en omgevingsinstructies
1.5 Reiniging en onder-
houd
1. Schakel de luchtreiniger uit en
verwijder de stekker uit het stop-
contact voor de reiniging.
2. De buitenzijde van de luchtreini-
ger kan worden gereinigd met een
zachte, schone vochtige doek.
3. Het stof kan worden verwijderd
van de rooster van de luchtuitlaat
en -inlaat met een kleine, zachte
borstel.
4. Als u de binnenzijde van de lucht-
reiniger wilt reinigen, mag u uitslui-
tend een droge, zachte doek ge-
bruiken om deze af te wrijven.
5. Was het voorfilter door de pro-
cedure te volgen die worden be-
schreven in het hoofdstuk
“HET
VOORFILTER STOFZUIGEN OF
WASSEN”.
6. Was het HEPA-filter niet.
A
WAARSCHUWING!
Laat geen
vocht in contact komen met de
binnenzijde van de luchtreini-
ger.