18
Gebruiksaanwijzing
DMX Tool
2.4
Adres
Selecteer, voordat u de codering uitvoert, de coderingsmodus in
het adresmenu. Selecteer de knop
“
Write Address" op de
hoofdinterface van de encoder en ga naar de
lampadres interface (figuur 3).
Figuur 3
1)
Kies het chip model: klik op de chip selectieknop om de lamp te selecteren (YM-3H, YM-
3G, YM-HDH, UCS512AB, UCS512C, UCS512D, UCS512E, UCS512F, SM16512, SM1751X,
SM1752X, SM17500) om te coderen.
Opmerking: het type RGBCCT-chip is UCS512G6. RGB, CCT, RGBW chip type is UCS512H4.
2)
Kanaal: gecodeerd kanaalnummer van de lamp.
3)
Adres/ lamp: startlamp adres (meestal vanaf 1), deze knop geeft
“
addr
”
weer voor
adrescode. Display "lamp" voor lampcode.
4)
Helderheid: helderheid van testlamp.
5)
Start codering: selecteer het chipmodel, kanaal, adresnummer, klik op de knop "Start
Coding" hieronder om de lamp te coderen (er wordt een voortgangsbalk weergegeven
bij het coderen van codering).
Opmerking: wanneer u op de startcoderingsknop drukt, kan er geen knop voor zelftest of
handmatige test worden geopend, anders kan de codering mislukken.
6)
Zelftest: klik na succesvolle codering op de
“
Selftest"-schakelaar, de encoder controleert
de lamp automatisch op basis van het aantal adressen.