49
Gebruiksaanwijzing BOM 520 / 820
Afb. 21 - Controle van de
krachtbegrenzingsinrichting
-
Plaats een hindernis (b.v. de doos van de aandrij-
ving) onder de sluitkant van de deur/poort.
-
Start de deur/poort uit de eindpositie OPEN.
-
De aandrijving beweegt de deur/poort op de hin-
dernis, stopt en beweegt de deur/poort terug in
de bovenste eindpositie.
-
De puntindicatie (a) moet gedurende ca. 1 se-
conde uitschakelen. Dan werkt de deur/poort
foutloos.
Als er veren aan de deur/poort werden veranderd,
dan moet de krachtleerbeweging opnieuw worden
uitgevoerd:
Ga naar menustap 5 en houd de toets
gedu-
rende 3 seconden ingedrukt. Het cijfer 0 verschijnt.
Voer de krachtleerbeweging uit zoals beschreven
onder punt 18a.
21
15
kg
F =
1 sec.
a
Speciale instellingen
Menustap 7: Lichttijden
Houd de toets
gedurende 3 seconden ingedrukt. Het cijfer 3 verschijnt in het display. Druk de toets
meermaals in tot
menustap 6 wordt getoond. Houd de toets
nog een keer gedurende 3 seconden ingedrukt tot het cijfer 7 verschijnt.
Menu
Lichttijd
Voorwaarschuwingstijd
0
60 s
-
1
90 s
-
2
120 s
-
3
240 s
-
4
0 s
3 s
5
90 s
3 s
6
240 s
3 s
7
0 s
10 s
8
90 s
10 s
9
240 s
10 s
Bij ingestelde voorwaarschuwingstijd knippert het licht voor de start van de aandrijving en tijdens de beweging. Fabrieksin-
stelling is waarde 1.
Menustap 8: Softlooptrajecten
Aanwijzing
De fabrieksinstelling van de waarde 4 moet bewaard worden. Een verandering van de softlooptrajecten mag
alleen gebeuren met uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant van de deur/poort. Druk de toets
in. In
het display verschijnt het cijfer 0.
Druk de toets
in. Het cijfer 8 verschijnt in het display.
Menuwaarde Start Open
Stop Open
Start Dicht
Stop Dicht
0
0
0
0
0
1
15
0
15
0
2
0
15
0
60
3
15
15
15
35
4
25
45
25
45
5
15
15
15
60
6
15
15
15
15
7
35
35
35
50
8
60
15
15
85
9
alleen softloop
Deze opgaven komen overeen met de aan de loopslede gemeten softlooptrajecten in cm.