c) Bewerken van een werkstuk
1. Span het te bewerken werkstuk stevig in, of beveilig dit op een geschikte manier tegen
ongecontroleerde bewegingen tijdens de bewerking.
2. Sluit het apparaat aan op een met de technische gegevens overeenstemmende voedingsbron.
3. Schakel het apparaat via de AAN-/UIT-schakelaar in (“0” = UIT en “1” is AAN) om met de
werkzaamheden te beginnen.
4. Regel de snelheid van de as met de draaiknop ( “+” = sneller en “-“ = langzamer).
5.
Bij het werken met de flexibele as dient de aandrijfeenheid tegen ongewenste bewegingen
te worden beveiligd.
6. Houd bij alle werkzaamheden rekening met de in paragraaf “Veiligheidsvoorschriften” opge-
somde relevante informatie.
d) Tips en trucs
• Werk eerst met testmateriaal om gevoel voor het apparaat te krijgen en de beste resultaten
te behalen.
• De vorm van de slijpstenen kan door afdraaien over de wetsteen met behulp van het draai-
ende gereedschap naar wens worden aangepast.
• Wanneer de koolborstels van het apparaat zijn versleten, kunnen ze worden vervangen.
Draai daartoe de kunststof afdekkapjes los en leg er aan beide kanten weer passende
nieuwe koolborstels in.
7. Onderhoud en reiniging
Gebruik in geen enkel geval agressieve schoonmaakmiddelen, ontsmettingsalcohol
of andere chemische oplossingen omdat deze schade toe kunnen brengen aan de
behuizing en zelfs afbreuk kan doen aan de werking van het product.
• Koppel het product vóór iedere reiniging los van de stroomvoorziening.
• Het apparaat is zo goed als onderhoudsvrij. De lagers blijven geolied voor de normale le-
vensduur van het apparaat. Ze hoeven niet te worden geolied.
• Reinigen vindt plaats met een licht vochtige doek. Houd de spantangen en de gereed-
schapopnemer op de as stof en vetvrij. Blaas deze eventueel uit met behulp van pers-
lucht. De ventilatiespleten dienen op dezelfde of overeenkomstige manier stofvrij worden
gehouden.
45