20
21
NL
F Aansluitingsindicator
– Wit (gedimd): het apparaat staat in de stand-bymodus.
– Wit (knipperend): het apparaat wordt gestart.
Netwerkmodus
– Oranje (knipperend): Gereed om de verbinding/herverbinding
met het netwerk te installeren.
– Oranje (constant): Verbonden met het netwerk. De draadloze
signaalsterkte is gemiddeld tot laag.
– Wit (constant): Verbonden met het netwerk. De draadloze
signaalsterkte is hoog.
– Blauw (aan): Niet verbonden met netwerk.
Bluetooth-modus
– Blauw (aan): De indicator licht blauw op kort nadat
Bluetooth-koppeling is gemaakt of tijdens het afspelen van
muziek via Bluetooth.
– Rood (aan, kort): de indicator brandt continu rood als de
Bluetooth-koppeling is mislukt.
G Productindicator
– Uit: het apparaat staat in de stand-bymodus of is
uitgeschakeld.
– Wit (knipperend): het apparaat wordt gestart.
– Rood (continu aan): beide indicatoren blijven tijdens het
terugzetten naar de fabrieksinstellingen rood branden.
– Rood (knipperend): beide indicatoren knipperen op hetzelfde
moment rood om aan te geven dat een software-update wordt
uitgevoerd. Het apparaat niet gebruiken en niet uitschakelen.
– Rood (knipperend): firmware-fout. Het apparaat
loskoppelen van het stopcontact en weer aansluiten.
– Oranje (knipperend): de indicator knippert oranje wanneer
het apparaat oververhit is en moet afkoelen.