Balance 275947, User Manual

Page: 25 / 36

ONDERDELEN: HOOFDUNIT
A. Indicator voor lage batterijspanning buitensensor
De indicator voor een lage batterijspanning boven in het LCD-scherm
geeft de status van de batterij voor de bijbehorende buitensensor
aan. Wanneer de indicator voor een lage batterijspanning wordt
weergegeven, is de weergegeven sensortemperatuur niet meer
betrouwbaar. De gebruiker moet de batterijen direct verwisselen.
B. Indicator voor binnentemperatuur
Geeft aan dat de binnentemperatuur wordt weergegeven.
C. Indicator voor buitensensor
Geeft het huidige buitensensorsignaal aan dat wordt ontvangen.
Er kunnen maximaal 3 verschillende buitensensoren worden
weergegeven, die zich op 3 verschillende locaties en binnen 30 meter
van de hoofdunit bevinden.
D. Indicator voor auto-scrollen
Het pictogram met de bewegende rollende pijl wordt weergegeven om
de auto-scrollmodus voor de binnentemperatuur en 3 verschillende
buitentemperaturen aan te geven.
E. Indicator voor maximale binnen- en buitentemperatuur
Geeft de maximale binnentemperatuur of de maximale
buitentemperatuur aan voor het weergegeven kanaal.
F. Indicator voor minimale binnen- en buitentemperatuur
Geeft de minimale binnentemperatuur of de minimale
buitentemperatuur aan voor het weergegeven kanaal.
G. Indicator voor sfeerlicht
Geeft veranderingen in het sfeerlicht aan op basis van de
binnentemperatuur of de temperatuur van kanaal 1.
H. Indicator voor lage batterijspanning hoofdunit
Geeft aan dat de batterij van de hoofdunit bijna leeg is en dat de
gegevens op het LCD-scherm niet meer betrouwbaar zijn. U moet
direct de batterij vervangen.
I. Alarmpictogram
Verschijnt wanneer het alarm is ingeschakeld.
J. Klokvenster
Hier wordt de radiogestuurde DCF-77-klok, de kalender of de alarmtijd
weergegeven.
K. Toren voor radio-ontvangst
Geeft de status aan van de radiogestuurde DCF-77-tijdontvangst.
L. Temperatuurvenster
Hier wordt de binnen- of buitentemperatuur weergegeven.
(NLD)
~ 25 ~