T
WAARSCHUWING Zwiepende slangen
kunnen ernstige verwondingen veroorzaken.
►
Controleer altijd of de slangen en aansluitingen
niet beschadigd zijn of los zitten.
Controleer de luchtdruk:
• Het product is ontworpen voor een werkdruk (e)
van 6–7 bar = 600–700 kPa = 87–102 psig.
• De luchtdruk bij de ingang van het gereedschap
mag wanneer het product is ingeschakeld niet
hoger zijn dan de maximale werkdruk van 7 bar
– 700 kPa – 102 psig.
• Blaas de slang uit alvorens deze aan te sluiten.
Bediening
Zie ook
Onderhoudsvoorschriften
Voordat u de matrijzenslijpmachine gaat
gebruiken
Juiste werking van de matrijzenslijpmachine
T
WAARSCHUWING Een te hoge snelheid kan
ernstige verwondingen of zelfs de dood tot
gevolg hebben.
►
De maximumsnelheid, die op de machine staat
aangegeven, mag niet worden overschreden.
Alleen professionele technici mogen de
matrijzenslijpmachine testen. Zij moeten bevoegd
zijn voor het testen van dit type gereedschap en voor
het bedienen van pneumatische systemen in
overeenstemming met nationale richtlijnen.
• De onbelaste snelheid van de machine moet elke
dag en na elke onderhoudsbeurt van de machine
worden gecontroleerd. Voor het uitvoeren van
deze controle moet de slijpeenheid worden
ontkoppeld.
s01
1
370
• Gebruik een drukregelaar ter voorkoming van een
te hoge luchtdruk die een te hoge snelheid kan
veroorzaken.
• De aansluitingen en de luchtslang moeten in goede
staat verkeren.
Opzetschijf en carbide slijpsteen
T
WAARSCHUWING Lucht onder druk kan
ernstige verwondingen veroorzaken.
►
Sluit altijd de luchttoevoer af, haal de luchtdruk
van de slang en ontkoppel de luchttoevoer van het
gereedschap als dit niet in gebruik is en voordat
u aanpassingen aan de machine gaat maken (bijv.
accessoires vervangen) of reparaties gaat
uitvoeren.
T
WAARSCHUWING Onjuist geplaatste
inzetgereedschappen kunnen ernstige
verwondingen en zelfs de dood tot gevolg
hebben.
►
Gebruik alleen inzetgereedschappen waarvan de
maximumsnelheid even hoog of hoger is dan die
van de slijpmachine.
►
Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde
inzetgereedschappen (geen snijschijven of frezen).
Zie het hoofdstuk
Ontwerp en functie
.
• Gebruik alleen de aanbevolen formaten en types
schuurmiddelen.
• Gebruik geen gebarsten of gebroken
opzetschijven, of schijven die mogelijk gevallen
zijn.
• Om verwondingen als gevolg van gebroken
opzetschijven te voorkomen, is het van belang de
schijven op de juiste manier te plaatsen.
• Controleer of de asdiameter van het opzetstuk
klopt met het formaat van de spankop.
• Plaats geen assen met een diameter in mm op
spankoppen met een afmeting in inches of
andersom.
• Houd een axiale grip van minimaal 10 mm aan
voor de as.
• Bij het plaatsen van een opzetschijf of slijpsteen
vermindert u de overhang door de as helemaal in
de spankop te duwen (raadpleeg ook de
aanbevelingen van de fabrikant van het
gereedschap).
• Door een grotere overhang van de as wordt de
maximaal toegestane snelheid verlaagd.
• Controleer voordat u de machine start of de
spankop goed vast zit.
• Probeer elke nieuwe opzetschijf gedurende een
halve minuut in een veilige positie uit. Gebruik
hierbij altijd een afscherming (bijvoorbeeld onder
een zware werkbank) om mogelijke gebroken
41
© Atlas Copco Tools - 9836 3959 00
Veiligheids- en bedienings-voorschriften
G2414-S080