Let op
Controleer met de ontluchter of het apparaat goed gevuld is. Indien bij het openen van de
ontluchter het water niet op gelijkmatige wijze wegloopt, dient u uw installateur te bellen.
Het is niet toegestaan de schakelaar A op stand I te laten staan wanneer de toevoerkraan C
open staat. Bij dit abnormale gebruik is de garantie niet meer geldig.
Het gebruik van dit apparaat zonder water leidt tot onherstelbare schade aan de weerstand.
Dit incident leidt zonder uitzondering tot vervanging, die niet door de garantie van de fabri-
kant gedekt wordt.
De retourkraan van de ketel D moet altijd open blijven, zelfs in de ZOMER-stand, zodat de
vloeistof in de leiding kan uitzetten en beschadiging van het apparaat voorkomen wordt.
GEBRUIK VAN HET BEDIENINGSKASTJE
1) Beschrijving van het bedieningspaneel
Temperatuurregelaar met Vorstvrij stand en mogelij-
kheid tot het instellen van temperatuurbereiken.
TURBO regelaar 1/4h, 1/2h, 1h, 2h.
Spanningscontrolelampje
Controlelampje van de TURBO functie
TURBO functie
Aan/uitschakelaar
Verwarmingscontrolelampje
2) Gebruik met elektriciteit voor de modellen:
- Volledig elektrisch met of zonder ventilator.
- Gemengd met ventilator in de ZOMER-stand.
2-1) De COMFORT temperatuur instellen
Dit is de temperatuur die men wenst wanneer men in de ruimte is.
a) Zet schakelaar
op Aan, het controlelampje
gaat branden.
b) Zet regelaar
in de gewenste stand, controlelampje
gaat branden als de kamertemperatuur
lager wordt dan de ingestelde waarde.
c) Wacht enkele uren totdat de temperatuur stabiel is.
Indien u de regeling niet goed vindt, pas dan de temperatuur aan met het draaiwieltje
.
De bedrijfsdruk mag niet meer dan 4 bar bedragen.
2) Gebruik met elektriciteit ZOMERSTAND:
de centrale verwarmingskring werkt niet.
De schakelaar
A
staat op stand I. Het controlelampje
B
brandt, de in het apparaat ingebouwde verwar-
mingsweerstand wordt van stroom voorzien. De toevoerkraan
C
moet gesloten zijn.
De retourkraan
van de ketel D moet open blijven.
3) Gebruik als centrale verwarming WINTERSTAND:
de centrale verwarmingskring werkt.
De schakelaar
A
staat op stand O. Het controlelampje
B
is uit, de in het apparaat ingebouwde verwar-
mingsweerstand wordt niet van stroom voorzien. De toevoerkraan
C
moet open staan.
De retourkraan
van de ketel D moet open blijven.