80
B
B
e
e
s
s
c
c
h
h
r
r
i
i
j
j
v
v
i
i
n
n
g
g
v
v
a
a
n
n
h
h
e
e
t
t
a
a
p
p
p
p
a
a
r
r
a
a
a
a
t
t
/
/
R
R
e
e
s
s
e
e
r
r
v
v
e
e
o
o
n
n
d
d
e
e
r
r
d
d
e
e
l
l
e
e
n
n
Pos Benaming
Order.-Nr.
1. Roerapparaat
2. Tegengesteld
bewegende
roerpropeller cpl.
a) Mortelmenger
b) Schijvenmenger
372701
Ø 140 mm
Ø 114 mm
3.
AAN / UIT-schakelaar
4. Inschakelblokkering
5. Toerentalregeling
6. Roeras
7. Handgreep
8. Afdekking
koolborstels
372694
9.
Koolborstels (2 stuk)
372695
10. Spansleutel - SW 27
372700
11. Spansleutel - SW 25
372699
12. Veiligheidssticker
372692
M
M
o
o
n
n
t
t
a
a
g
g
e
e
Montage roermenger
Schroef de roermenger (2) in de roeras (6). Zeker de
roermenger met de spansleutels (10/11).
I
I
n
n
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
n
n
a
a
m
m
e
e
U mag de machine niet gebruiken voordat u deze
bedieningshandleiding heeft gelezen, alle voorschriften heeft
opgevolgd en de machine als voorgeschreven heeft
gemonteerd.
Overtuigt u zich er van
, dat het apparaat compleet en
volgens voorschrift is gemonteerd.
Controleer voor ieder gebruik
:
de aansluitkabels op beschadiging (scheuren, sneden o.
d.)
gebruik geen beschadigde aansluitkabels.
de machine op eventuele beschadigingen
(zie veiligheidsinstructies)
of de roerpropeller vast is aangetrokken
Aansluitingen op het net
Vergelijk de op het typeplaatje van de machine vermelde
spanning met de netspanning en sluit de machine aan het
desbetreffend en reglementair stopcontact aan.
Sluit de machine aan via een Fi-veiligheidsschakelaar
(differentiaaluitschakelaar) met 30 mA.
Gebruik
geen defecte kabels.
Gebruik geen defecte kabels. Gebruik aansluit- resp.
verlengkabels met een aderdoorsnede van ten minste 1,5
mm² bij een lengte tot 25m
Bij ongunstige netcondities kan het gedurende het
inschakelproces van het toestel tot korte spanningsdaleing
komen die andere toestellen kunnen belemmeren (bv
knipperen van een lamp). Er zijn geen storingen te
verwachten, wanneer de huisaansluiting een continu
stroombelastbaarheid van het net > 100 A per fase heeft.
Beveiliging 16 A
Inschakelen / Uitschakelen
Gebruik geen toestel waarbij de schakelaar niet kan
worden in- en uitgeschakeld. Beschadigde schakelaars
moeten onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen
door de klantenservice.
Inschakelen
Aktiver først tilkoplingssperren (4). Druk de AAN-UIT-
grijpschakelaar (3).
Start de machine in het laagst toerentalniveau (niveau 1).
Uitschakelen
Laat de AAN-UIT-grijpschakelaar los.
Een continu bedrijf is bij dit toestel niet mogelijk.
Toerentalregeling
Bij deze uitvoering is het toerental van de motor en zodoende
het roervermogen te reguleren (niveau 1 – 6).
U kunt het toerental traploos door de toerentalregeling
(5) instellen.
Niveau 1
min. vermogen = LANGZAAM.
Niveau 6
min. vermogen = SNEL.
O
O
p
p
m
m
e
e
r
r
k
k
i
i
n
n
g
g
e
e
n
n
m
m
.
.
b
b
.
.
t
t
.
.
h
h
e
e
t
t
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
Opmerkingen met betrekking tot het gebruik van het
roertoestel
Gedurende het mengen het toestel met twee handen
vasthouden.
Niet in de draaiende roerpropeller grijpen (roterende
mengwerktuig).
Voorkom spatten! Werk met laag toerental, wanneer
het roerapparaat in het menggoed indompelt, resp.
eruitgenomen wordt.
Maak slechts gebruik van de door de fabrikant
geadviseerde roerpropellers. Let op de maximale doorsnede
(Ø 140 mm – RL 1600 G).