112
Zet bij het zagen van sterkere takken of stammen de
klauwenaanslag aan een dieper punt na. Voor het nazetten
maak de klauwenaanslag uit het hout los en zet hem opnieuw
dieper aan. Verwijder hierbij de zaag niet uit de snede.
Wees op het einde van een zaagsnede voorzichtig. Zodra
de zaag uit het hout komt, verandert zich de gewichtskracht.
Er bestaat gevaar voor ongelukken voor benen en voeten.
Verwijder de kettingzaag slechts met draaiende zaagketting
uit de snede.
Wanneer de zaagketting klem komt te zitten in het hout,
moet het toestel direct uitgeschakeld worden. Gebruik een
wig om de geleiderail weer vrij te krijgen.
Leg de stam voor het zagen nooit op de aardbodem. De
stam zo steunen dat zich de snede niet sluit en de
zaagketting klemt. Gebruik een veilige steun (bv zaagbok).
Vermijdt het contact van de bodem met de geleiderailpunt of
de zaagketting.
Richt kortere stammen vóór het zagen in en klem deze vast.
Vermijdt het snijden van dun struikgewas of snijhout.
De
kettingzaag is voor deze werkzaamheden niet geschikt.
Voer langssneden met bijzondere zorgvuldigheid uit, omdat
de klauwenaanslag niet wordt toegepast.
U voorkomt
zaagterugslag, door de zaag in een vlakke hoek te voeren.
Staat u bij werkzaamheden op een helling steeds boven of
zijdelings van de stam resp. het liggend zaaggoed.
Controleer of de tankdop goed dicht zit.
Aanvullende instructies voor het zagen van hout
onder spanning/ontlasten
Worden onder spanning staande takken, bomen of hout door
zagen van de spanning bevrijdt, moet men bijzonder voorzichtig
zijn.
Het zaaggoed kan absoluut ongecontroleerd reageren en
tot zware verwondingen of dood leiden.
Zulke werkzaamheden dienen slechts door geschoolde
vakmensen te worden uitgevoerd.
Â
/
Â
/
Â
/
Â
Zet bij alle werkzaamheden eerst aan de drukzijde
n
de
ontlastingssnede en de scheidingssnede
o
- de kettingzaag
kan anders klemmen of terugslaan.
Â
Hout op de bovenkant in trekspanning
n
Zet van beneden een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar boven.
o
Zet dan op identieke plaats van boven een tweede snede
die de stam doorsnijdt.
Â
Hout op de onderkant in trekspanning
n
Zet van boven een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar beneden.
o
Zet dan op identieke plaats van beneden een tweede
snede die de stam doorsnijdt.
Â
Sterke stammen en sterke spanning
n
Zet van beneden een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar boven.
o
Zet dan met afstand tot de eerste snede van boven een
tweede snede die de stam doorsnijdt.
Â
Trapsgewijs snoeien
voor horizontale, niet koplastige takken
Het takstuk valt gecontroleerd zonder te omkantelen naar
beneden.
n
Zet de eerste snede van beneden, ca. een derde van de
asdoorsnede.
o
De tweede snede vindt op dezelfde hoogte plaats dan de
eerste snede, of verder naar binnen verzet (negatief
breukniveau).
p
Verwijder het resterend takstuk.
Aanvullende instructies voor het vellen van bomen
Zulke werkzaamheden dienen slechts door geschoolde
vakmensen te worden uitgevoerd.
Houd rekening met de lengte van de geleiderail. Er mogen
alleen bomen worden geveld, waarvan de stamdiameter
kleiner dan de lengte van de geleiderail is.
Â
Zeker voor het vellen de gevarenzone (D).
Let
erop dat zich geen personen of dieren in het valbereik
ophouden. Er bestaat levensgevaar!
Â
Waarborg dat het werkbereik rond om de stam vrij is
van struikelgevaren en dat u een veilige vluchtweg (F) heeft.
Â
Leg voor het vellen van de boom de velrichting (C)
vast. Houdt hierbij rekening met het zwaartepunt van de
boomkruin, met bomen in de nabijheid, hangrichting,
gezondheidstoestand van de boom en windrichting.
Op
deze kant wordt de velkerf ingesneden.
Bevrijdt het werkbereik aan de stam van storende takken,
struikgewas en obstakels en zorg zo voor een stabiele
stand.
Maak de stamvoet grondig schoon – zand, stenen en
andere vreemde voorwerpen maken de zaagketting stomp
of kunnen deze beschadigen.
Houdt u rekening met de gezondheidstoestand van de boom
– wees voorzichtig bij stammen met beschadigingen of dood
hout (uitgedroogd, vermolmd of afgestorven hout).
Â
Boomveltechniek:
Ö
Zaag een ca. 1/3 van de boomdoorsnede diepe velkerf
in de stam. Zet eerst de horizontale snede en dan als
tweede een snede van boven in de hoek van 45°.
Ö
Schreeuw de waarschuwing
" Attentie"
of "
de boom is
falling
" alvorens viel te beginnen velsnede.
Ö
Zaag nu op de tegenover liggende kant van de stam een
horizontale velsnede. Deze snede dient iets hoger (ca. 4
cm) te worden aangezet dan de horizontalge snede van
de velkerf.
Ö
In geen geval de stam doorzagen. Er moeten ca. 1/10
van de stamdoorsnede blijven staan. Indien de boom
voortijdig begint te vallen, meteen de kettingzaag uit de
snede trekken en terug of naar opzij stappen.
Ö
Drijf de spie in de horizontale velsnede om de boom tot
val te brengen.
Ö
Let op vallende takken of twijgen, wanneer de boom
begint te vallen.