NL 10
GEBRUIK
• Gebruik nooit een pan met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking
van de oververhittingsbeveiliging belemmeren, waardoor het toestel te warm wordt. Hierdoor
kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten.
• Schade als gevolg van het gebruik van ongeschikte pannen of van droogkoken, valt buiten
de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem:
▷
10 cm voor zone ø 14,5, 17,5 en 13 cm voor zone ø 27,5 cm
▷
11 cm voor zone 19 x 21 cm
▷
23 cm voor verbonden bridge-zones
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone. Als de
pan te klein is, wordt de kookzone niet ingeschakeld.
Panverplaatsingsfunctie
De kookplaat heeft een panverplaatsingsfunctie. Alle instellingen die bij een kookzone horen
(vermogensniveau, timer, enz.) kunnen naar een andere kookzone worden verplaatst. Om de
instellingen te verplaatsen, raakt u de toets voor de kookzone ten minste 3 seconden aan. Er klinkt
één enkel geluidssignaal. Raak de kookzonetoets aan, waarnaar u de instellingen wilt verplaatsen.
Plaats de pan op de nieuw gekozen kookzone.
Wij adviseren om pannen op te tillen en niet te verschuiven over de kookplaat.
U kunt ook twee pannen tegelijk verwisselen.
Zorg ervoor dat de onderzijde van de pan en het oppervlak van de kookzone schoon en
droog zijn.
Pandetectie
De kookzone detecteert automatisch een geschikte pan die op een kookzone wordt geplaatst.
Het display van de kookzone licht op. Een vermogensniveau kan worden ingesteld.
• Als er geen (geschikte) pan op een kookzone staat, wordt het pandetectiesymbool
weergegeven als u een vermogensniveau instelt. Het symbool verdwijnt wanneer er een
geschikte pan op de kookzone wordt geplaatst.
• Haalt u tijdens het koken een pan van de kookzone af, dan verschijnt het
pandetectiesymbool. De kookzone schakelt uit. Het symbool verdwijnt als u de pan weer
terug plaatst. De kookzone schakelt weer in met het eerder ingestelde vermogensniveau.
Summary of Contents for HI06471E
Page 63: ...EN 33 ...