NL 11
NL 10
storing
Brander brandt of ontsteekt niet
goed.
De vonkontsteking vonkt, maar
ontsteekt niet.
De branders doven plotseling.
oorzaak
Brander vuil of vochtig.
Branderdeksel niet juist op de
brander geplaatst.
De beluchtingssleuven aan de
achterzijde van het toestel zijn
geblokkeerd.
Toestel niet geschikt voor de
gebruikte gassoort.
De vlambeveiliging heeft de
gastoevoer gestopt.
Bougie vuil.
Brander vuil of vochtig.
Branderdeksel niet juist op
de brander geplaatst.
Gaskranen zijn niet gesloten
tijdens het inschakelen.
Na een kooktijd van vier uur
doven de branders automatisch.
oplossing
Brander schoon en/of droog
maken.
Branderdeksel op de juiste wijze
op de brander plaatsen.
Maak de beluchtingssleuven vrij.
Gegevensplaatje controleren en
eventueel contact opnemen met
service.
Draai alle bedieningsknoppen in
de 0-stand en ontsteek de
brander opnieuw. Treedt deze fout
opnieuw op, controleer dan of de
branderdeksels op de juiste wijze
op de branders geplaatst zijn en
of de branders, ontsteekpen en/of
ionisatiepen schoon en droog zijn.
Reinig de bougie.
Brander schoon en/of droog
maken.
Branderdeksel op de juiste wijze
op de brander plaatsen.
Sluit alle gaskranen en ontsteek
het toestel opnieuw.
Sluit alle gaskranen en ontsteek
het toestel opnieuw.
storingen
wat moet ik doen als…
Wanneer het toestel niet goed werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer
het euvel eerst zelf te verhelpen. Bel de servicedienst wanneer onderstaande adviezen
niet helpen.
Indien het lampje bij het kinderslot knippert duidt dit op een storing. Tel het aantal korte
en lange pulsen. Foutcodes onder de tien worden aangegeven door een aantal korte
pulsen. Foutcodes hoger dan tien worden aangegeven door een lange puls gevolgd
door een aantal korte pulsen. Foutcodes hoger dan twintig worden aangegeven door
twee lange pulsen gevolgd door een aantal korte pulsen.
Bijvoorbeeld twee lange pulsen en drie korte pulsen geeft foutcode 23 aan. Schrijf het
aantal pulsen op, zodat u deze foutcode aan de monteur kunt doorgeven wanneer deze
bij u komt.
onderhoud
reinigen
Regelmatig onderhoud direct na gebruik voorkomt dat over-
gekookt voedsel lange tijd kan inwerken en hardnekkige,
moeilijk te verwijderen vlekken veroorzaakt.
Reinig eerst de bedieningsknoppen, branders en
kookroosters en dan pas de vangschaal. Hiermee voorkomt u
dat de plaat tijdens het reinigen opnieuw vuil wordt.
dagelijks
Voor de dagelijkse reiniging van uw gaskookplaat kunt u het
beste een mild reinigingsmiddel gebruiken. Gebruik niet te
veel vocht, aangezien dit de brander of ventilatieopeningen
kan binnendringen.
hardnekkige vlekken op email
Hardnekkige vlekken kunt u het beste verwijderen met een
vloeibaar reinigingsmiddel of een kunststof schuursponsje.
Gebruik nooit schuurpoeders, agressieve reinigingsmiddelen
en groene schuursponsjes.
hardnekkige vlekken op roestvrijstaal
Hardnekkige vlekken kunt u het beste verwijderen met een
speciaal roestvrijstaal reinigingsmiddel. Poets altijd met de
structuur van roestvrijstaal mee. Hiermee voorkomt u het
ontstaan van glansplekken. Deze schades vallen niet onder
de garantie. Als vlekken zich niet laten verwijderen, de
kookplaat schoonmaken met HG oven & grill reiniger.
Behandel altijd de gehele lekbak om "kleur"verschil te
voorkomen. Steeds nabehandelen met een glans- of
onderhoudsmiddel voor roestvrijstaal.
let op!
Overgekookte voedselresten direct verwijderen, met name
van rode kool, appelmoes en rabarber. Wanneer deze
voedselresten lang inwerken kan dit tot verkleuring leiden.
Hete branderdoppen nooit onderdompelen in koud water.
Door de sterke afkoeling kan het email beschadigd raken.