66
BEDIENING
Aanduiding op
kookgerei
Controleer of er op het etiket een symbool
staat, dat aangeeft dat de pot geschikt is voor
inductieplaten
Gebruik magnetische potten (uit geëmailleerd staal, ferritisch
roestvrij staal, gietijzer), controleer dit door een magneet tegen
de bodem van de pot te kleven (moet eraan blijven plakken)
Roestvrij staal
De aanwezigheid van de pot wordt niet gedetecteerd
Met uitzondering van potten uit ferromagnetische staal
Aluminium
De aanwezigheid van de pot wordt niet gedetecteerd
Gietijzer
Zeer efficiënt
Opgelet: de potten mogen geen krassen maken op de plaat
Geëmailleerd staal
Zeer efficiënt
Potten en pannen met een platte, dikke en gladde bodem
worden aangeraden
Glas
De aanwezigheid van de pot wordt niet gedetecteerd
Porselein
De aanwezigheid van de pot wordt niet gedetecteerd
Potten en pannen
met koperen bodem
De aanwezigheid van de pot wordt niet gedetecteerd
Inductiekookzone
Doorsnede van de pan voor inductiekoken
Doorsnede (mm)
Minimaal (mm)
Optimaa (mm)
220
140
220
180
90
180
Als u pannen gebruikt die kleiner zijn dan de minimale doorsnede, is het moge-
lijk dat de inductiekookzone niet werkt.
In de onderstaande tabel staan de kleinste en de grootste doorsnede aangegeven. Deze
zijn afhankelijk van de kwaliteit van de pan.
Pannenkeuze voor het koken op een inductiekookzone
Voor een optimale temperatuurcontrole door de inductiemodule moet de bodem van
de pan vlak zijn.
Een holle bodem of een diep ingeslagen logo van de producent hebben een negatieve
invloed op de temperatuurcontrole door de inductiemodule en kunnen oververhitting
van de pan veroorzaken.
Gebruik geen beschadigde pannen bv. pannen met een gedeformeerde bodem door
te hoge temperaturen.