5.
Sluit het gewenste Ambu-weergaveapparaat aan op de aView door de kabelconnector in
de bijbehorende blauwe vrouwelijke connector op de aView aan te sluiten (duw de con-
nector in de rubberen afdekking) 5a of 5b . Zorg dat de pijlen op het weergaveapparaat
en de aView zijn uitgelijnd.
6.
Controleer of er rechtstreeks beeld op het scherm wordt weergegeven. Wijs met het
distale uiteinde van het Ambu-weergaveapparaat naar een voorwerp, zoals de palm van
uw hand 6 .
7.
Pas de beeldinstellingen van de aView zo nodig aan – raadpleeg de aView User-handlei-
ding online op www.ambu.com.
4.2. Installatie, voorbereiding en gebruik van het Ambu-weergaveapparaat
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het betreffende weergaveapparaat.
4.3. Gebruiken van de aView-monitor
Startup Image Mode
Gebruikersinterface
Start direct nadat de aan/uit-knop is inge-
drukt en blijft actief totdat de gebruikersin-
terface is geladen (na circa 1 minuut).
Er is een rechtstreeks beeld beschikbaar
en op het scherm worden de geavanceerde
gebruiksfuncties weergegeven (raadpleeg
de aView User-handleiding online op
www.ambu.com.)
Er is rechtstreeks beeld vanaf het aangeslo-
ten Ambu-weergaveapparaat beschikbaar
terwijl de aView bezig is met laden. Als er
geen apparaat is aangesloten, is het
scherm blauw.
De aView start op in het blauwe tabblad
voor Live Image
Rechtstreeks beeld bekijken en opnemen.
Afhankelijk van de softwareversie kan het
scherm er anders uitzien.
Afhankelijk van de softwareversie kan het
scherm er anders uitzien.
Naamlijst interface
Aan/uit-knop
Video-opname
Helderheidsregeling
Rechtstreeks beeld bekij-
ken en opnemen.
Contrastregeling
Opgeslagen bestanden
beheren.
Schermafdruk
Systeeminstellingen en
gebruikersaccounts.
234