83
Zaagketting
Voor de controle/spannen van de zaagketting
-
Schakel het toestel uit.
-
verwijder de accu
-
Draag veiligheidshandschoenen om
verwondingen te voorkomen.
Controleer de zaagkettingspanning
vóór
werkbegin
na de eerste sneden
gedurende het zagen regelmatig alle 10 minuten
Slechts met een correct gespannen zaagketting en
een toereikende smering heeft u invloed op de
levensduur.
Houdt alstublieft rekening met het volgende:
een nieuwe zaagketting moet vakker worden nagespannen
bij verwarming van de ketting op bedrijfstemperatuur rekt
ze zich uit en moet worden nagespannen.
Na beëindiging van de zaagwerkzaamheden de zaag-
ketting weer ontspannen, omdat bij afkoeling anders te
hoge spanningen in de zaagketting zouden ontstaan.
klappert de ketting of komt ze uit de geleiding, meteen
naspannen.
S
S
p
p
a
a
n
n
n
n
e
e
n
n
v
v
a
a
n
n
d
d
e
e
z
z
a
a
a
a
g
g
k
k
e
e
t
t
t
t
i
i
n
n
g
g
Klap de greep (3a) om hoog en maak de
bevestigingsschroef (3) los. Draai 1 – 2 omdraaiingen
tegen de klok in.
Draai de kettingspanring (4) stapsgewijs rechtsom tot de
juiste kettingspanning is behaalt. Het rasteffect voorkomt
dat zich de kettingspanning losmaakt.
De bevestigingsschroef (3) draait zich mee,
eventueel moet ze gedurende het spanproces weer
worden losgemaakt.
De zaagketting is correct gespannen, als ze in het
midden van de geleiderail ca. 3 – 4 mm omhoog kan
worden gebracht.
Draai de kettingspanring (4) linksom, wanneer de
zaagketting te sterk is gespannen.
Controleer of de schakels correct in de geleidingsgleuf
van de geleiderail liggen.
Draai de bevestigingsbout weer vast.
Kettingsmering (olie-automatiek)
Exploiteer de kettingzaag nooit zonder goed
werkende kettingsmering.
U controleert de werking van de automatische
kettingsmering, door de hoogsnoeier in te schakelen en
hem met de punt in richting van een kartonnen doos op
papier op de bodem te houden.
Controleren van de kettingsmering
Raak de bodem niet met de ketting. Veiligheidsafstand
van 20 cm opvolgen.
Vertoont zich bij de controle een toenemend oliespoor,
werkt de olie-automatiek onberispelijk.
Toont zich ondanks volle olietank geen oliespoor
reinig de kettingspanboring (B)
en
reinig het oliestroomkanaal (G)
Let bij de montage erop, dat de afdichting (7)
voor de olieriool is ingezet.
Heeft dit geen succes, richt u zich dan aan de
klantenservice
Werkinstructies
Houdt u vóór werkbegin rekening met
de ”Veiligheidsinstructies”
de volgende extra werkinstructies.
Voer vóór de ingebruikname en regelmatig gedurende het
zagen de volgende controles uit. Houdt alstublieft in ieder
geval rekening met de overeenkomstige paragraven in de
gebruiksaanwijzing:
Vóór het zagen
Werd de kettingzaag geheel en volgens de
voorschriften gemonteerd?
Is de kettingzaag in goede en veilige toestand?
Gebruik uitsluitend een geschikte combinatie van
geleiderail en zaagketting, zoals bij „Technische gegevens“
is beschreven. Verkeerde combinaties verhogen het
terugslaggevaar (kickback)!
Is de olietank (kettingsmering) gevuld?
Controleer het oliepeil regelmatig. Vul onmiddellijk
zaagkettingolie bij, zodat de zaagketting niet droog loopt.
Is de zaagketting correct gespannen?
Let op de punten in het gedeelte „Zaagketting spannen”.
Is de zaagketting correct geslepen?
Gebruik slechts goed geslepen zaagkettingen, omdat
stompe zaagkettingen niet alleen het terugslaggevaar
verhogen, maar ook de motor belasten.
Is de kettingrem losgezet en werkt ze foutvrij?
Let op de punten in het gedeelte „Controleren van de
kettingrem”.
Zijn de handgrepen schoon en droog –
vrij van olie en
hars?
Draagt u de vereiste veiligheidsuitrusting?
Ga voor aanvang van de werkzaamheden na of:
zich in het werkbereik geen andere personen, kinderen
of dieren bevinden
u zonder hinder van obstakels kunt terugwijken
de grond vrij van alle vreemde voorwerpen, struikgewas
en takken is.
een veilige houding is aangenomen.
Houdt rekening met de omgevingsinvloeden:
Werk niet op sneeuw, ijs of vers geschilt hout –
slipgevaar.
Werk nooit bij ontoereikende lichtverhoudingen (bv bij
mist, regen, sneeuwjacht of schemering). U kunt details
in het valbereik niet meer herkennen – gevaar voor
ongelukken.
Gebruik de kettingzaag niet in de nabijheid van
brandbare vloeistoffen of gassen - brandgevaar!