Airwell AW-WHPMA04-H91, Installation Manual

Page: 319 / 509

3.1 WARMTEMODUS In-/uitschakelen van warmtemodus 1 0 1 1 /
De vernieuwingsinterval van klimaat-gerelateerde curves voor
de warmtemodus
3.2 t_T4_FRESH_H 0,5 0,5 6 0,5 uur
3.3 T4HMAX
De maximale bedrijfsomgevingstemperatuur voor de warmtemodus
25 20 35 1
ć
De minimale bedrijfsomgevingstemperatuur voor de warmtemodus
3.4 T4HMIN -15 -25 15 1
ć
3.5 dT1SH Het temperatuurverschil voor het opstarten van het apparaat (T1) 5 2 10 1
ć
3.6
dTSH Het temperatuurverschil voor het opstarten van het apparaat (Ta) 2 1 10 1
ć
3.7
t_INTERVAL_ de starttijd dat interval van de compressor in VERWARMING -
modus VERWARMING
5 5 5 1 MIN
De temperatuurinstelling 1 van klimaat-gerelateerde curves voor de
warmtemodus
3.8 T1SetH1 35 25 60 1
ć
De temperatuurinstelling 2 van klimaat-gerelateerde curves voor de
warmtemodus
3.9 T1SetH2 28 25 60 1
ć
De omgevingstemperatuur 1 van klimaat-gerelateerde curves voor
de warmtemodus
3.10 T4H1 -5 -25 35 1
ć
De omgevingstemperatuur 2 van klimaat-gerelateerde curves voor
de warmtemodus
3.11 T4H2 7 -25 35 1
ć
Het type Zone1 einde voor de: 0=FCU(ventilatorconvector),
1=RAD.(radiator), 2=FLH (vloerverwarming)
3.12 ZONE1 H-EMISSIE 1 0 2 1 /
Het type Zone2 einde voor de: 0=FCU (ventilatorconvector),
1=RAD.(radiator), 2=FLH (vloerverwarming)
3.13 ZONE2 H-EMISSIE 2 0 2 1 /
De tijd dat de compressor heeft gelopen vóór het starten van de
pomp.
3.14 t_DELAY_PUMP 2 2 20 0,5 MIN
De minimale bedrijfsomgevingstemperatuur voor koelen in de
auto-modus
4.1 T4AUTOCMIN 25 20 29 1
ć
De maximale bedrijfsomgevingstemperatuur voor verwarming in de
auto-modus
4.2 T4AUTOHMAX 17 10 17 1
ć
5.1 WATERLOOP TEMP. In-/uitschakelen van WATERLOOP TEMP.: 0=NEE, 1=JA 1 0 1 1 /
5.2 KAMERTEMP. In-/uitschakelen van de KAMERTEMP.: 0=NEE, 1=JA 0 0 1 1 /
In-/uitschakelen van de KAMERTHERMOSTA. DUBBEL ZONE:
0=NEE, 1=JA
5.3 DUBBEL ZONE 0 0 1 1 /
De stijl van kamerthermostaat: 0=NEE, 1=MODUS IN., 2=ÉÉN
ZONE, 3=DUBBEL ZONE
6.1 KAMERTHERMOSTA. 0 0 3 1 /
Het temperatuurverschil tussen T1S en T1 voor het starten van de
back-upverwarming.
7.1 dT1_IBH_ON 5 2 10 1
ć
De tijd dat de compressor actief is geweest voordat de eerste
back-upverwarming zich inschakelt
7.2 t_IBH_DELAY 30 15 120 5 MIN
7.3 T4_IBH_ON De omgevingstemperatuur voor het starten van de back-upverwarming -5 -15 10 1
ć
Het temperatuurverschil tussen T1S en T1B voor het inschakelen
van de extra verwarmingsbron
7.4 dT1_AHS_ON
5 2 10 1
ć
De tijd dat de compressor actief is geweest voor het starten van de
extra verwarmingsbron 7.5 t_AHS_DELAY
30 5 120 5 MIN
De omgevingstemperatuur voor het starten van de extra
verwarmingsbron
7.6 T4_AHS_ON
-5 -15 10 1
ć
7.7 IBH_LOCATE IBH/AHS-installatielocatie PIJPLUS=0; BUFFER TANK=1 0 0 0 0
ć
7.8 P_IBH1 Voedingsingang IBH1 0 0 20 0,5
kW
7.9 P_IBH2 Voedingsingang IBH2 0 0 20 0,5
kW
7.10 P_TBH Voedingsingang TBH 2 0 20
0,5 kW
De beoogde uitlaatwatertemperatuur voor ruimteverwarming in de
vakantie weg-modus
8.1 T1S_H.A_H 25 20 25 1
ć
De beoogde uitlaatwatertemperatuur voor het verwarmen van
leidingwater in de vakantie weg-modus
8.2 T5S_H.A_DHW 25 20 25 1
ć
VLOERVOORVERWARMIN
G T1S
De temperatuurinstelling van het uitlaatwater tijdens de eerste
vloervoorverwarming
12.1 25 25 35 1
ć
12.3 t_FIRSTFH De tijd voor het voorverwarmen van de vloer 72 48 96 12 UUR
60