Zorg ervoor dat het apparaat op een droge, vlakke en horizontale ondergrond staat. De
minimale afstand t.o.v. wanden en voorwerpen moet minstens 30 cm zijn aan de achterzijde
en zijkanten van het apparaat en minstens 50 cm aan de voorzijde. Zorg ervoor dat de voorfilter
en het condensreservoir correct zijn geïnstalleerd.
1. Sluit het apparaat aan op een stopcontact
2. Druk op de aan/uit-knop, die zich aan de achterzijde van het toestel bevindt. Het groene
controlelampje gaat branden.
3. Het apparaat Orain start automatisch.
4. Druk een tweede keer om snelheid 2 te activeren.
5. Druk nogmaals op de knop om het apparaat uit te schakelen.
INGEBRUIKNAME
POSITIE RESERVOIR
De luchtontvochtiger is uitgerust met een
sensor voor de juiste positie van het condens-
reservoir. Uit veiligheidsoverwegingen stopt
het apparaat automatisch wanneer het
reservoir ontbreekt of slecht geplaatst is. In
dit geval brandt het controlelampje geel.
Zodra het reservoir correct wordt geplaatst,
zal het apparaat opnieuw starten en zal het
controlelampje terug groen worden.
CONDENSRESERVOIR VOL
Het controlelampje brandt geel en geeft zo
aan dat het reservoir vol is. In dit geval stopt
de luchtontvochtiger automatisch. Maak
het condensreservoir leeg. Plaats daarna het
leeg reservoir terug in de luchtontvochtiger
zodat deze opnieuw kan starten.
Condensreservoir leegmaken:
1. Trek aan de handgreep van het reservoir
om deze los te maken.
2. Leeg de lade door het daarvoor bestemde gat.
3.
Plaats de lade terug en druk op de
startknop.
Het controlelampje bevindt zich aan de buitenrand van de aan/uit-knop:
- Het
lampje brandt groen
: apparaat werkt correct.
- Het
lampje brandt geel
: condensreservoir is vol of slecht geplaatst.
CONTINUE AFVOER
Verwijder de afsluitdop, die zich onderaan
het condensreservoir bevindt ter hoogte
van de handgreep. Sluit vervolgens de
afvoerslang (8 mm diameter) aan op
de slangaansluiting. Zorg ervoor dat de
afvoerslang naar een geschikt afvoerpunt
leidt. De luchtontvochtiger functioneert nu in
continue modus. U hoeft het condensreservoir
dus niet meer leeg te maken. Zorg ervoor dat
de afvoerslang niet geklemd, gebogen of
geknikt is en dat het water gemakkelijk kan
weglopen.
FUNCTIES
24