NL
98
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR WERKEN MET DOORSLIJPSCHIJVEN
Veiligheidswaarschuwingen doorslijpschijven
1. De stofkap van de slijper moet stevig worden bevestigd aan het toestel en worden gepositioneerd
voor een maximale veiligheid van de gebruiker, zodat een minimum omtrek van de zaag wordt
blootgesteld in de van de gebruiker. Positioneer jezelf en omstaanders uit de buurt van de draaiende
zaag. De stofkap beschermt de gebruiker tegen afbrekende delen en toevallig contact met de zaag.
2. Gebruik alleen diamantzagen met deze doorslijpschijf. Het is niet omdat een accessoire kan
gemonteerd worden op de machine dat het een veilige werking garandeert.
3. Het nominale toerental aangegeven op de zaag moet ten minste gelijk zijn aan de
maximumsnelheid aangegeven op het elektrisch gereedschap. Een accessoire sneller laten draaien
dan de nominale snelheid er op aangegeven kan breken of uiteenspatten.
4. Zagen mogen alleen worden gebruikt voor de aanbevolen toepassingen. Bijvoorbeeld: niet slijpen
met de zijkant van de zaag, schuurbewerkingen met de zijkant van de zaag of krachten toegepast op de
zijkant van de zaag kunnen ervoor zorgen dat ze breken.
5. Gebruik altijd onbeschadigde wielflenzen met de juiste diameter voor gebruikte zaag. Juiste
wielflenzen ondersteunen de zaag, verminderen dus de kans op breuk.
6. De omtrekdiameter en de dikte van de zaag moet geschikt zijn voor het nominaal vermogen van
uw elektrisch gereedschap. Onaangepaste zagen kunnen onvoldoende bescherming bieden.
7. Het asgat van de zagen alsook de flenzen moeten perfect passen op de as van het elektrisch
gereedschap, Een onaangepast asgat of onaangepaste flenzen kunnen de zaag doen slingeren,
overmatig doen vibreren of controleverlies over het toestel veroorzaken.
8. Gebruik geen beschadigde zagen. Controleer voor elk gebruik de zagen op bramen en
scheurtjes. Als het toestel of de zaag gevallen is, gelieve te controleren op schade of monteer een
onbeschadigde zaag. Na inspectie en het montage van de zaag, positioneer u zelf en omstaanders
weg van de draaiende zaag en laat de zaag gedurende één minuut onbelast draaien. Beschadigde
zagen zullen normaal onvolmaaktheden vertonen gedurende deze test.
9. Draag persoonlijke beschermingsmiddelen. Afhankelijk van de toepassing, gebruik
gezichtsbescherming, een veiligheidsbril of veiligheidsmasker. Indien nodig draag stofmasker,
gehoorbeschermers, handschoenen en beschermende stofjas om wegspringende deeltjes tegen
te houden. De oogbescherming moet genoeg beschermen om wegvliegende deeltjes tegen te houden.
Het stofmasker of ademhalingsapparaat moet in staat zijn het vrijgekomen stof te filteren. Langdurige
blootstelling aan een hoge intens geruis kan leiden tot gehoorbeschadiging.
10. Houd omstaanders op veilige afstand van het werkgebied. Iedereen die zich binnen het werkgebied
bevindt moeten persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Materiaaldeeltjes of delen van een
gebroken zaag kunnen wegvliegen en verwondingen veroorzaken buiten onmiddellijke omgeving van
het zagen.
11. Houd het elektrisch gereedschap enkel vast bij de geïsoleerde handgrepen, bij het zagen waarbij
de zaag verborgen bedrading of zijn eigen snoer kan doorzagen. Bij een zaag die een elektrische
draad raakt kunnen de metalen delen de stroom geleiden en de gebruiker een elektrische shock geven.
Plaats het snoer uit de buurt van een draaiende zaag. Als je de controle over het toestel verliest, kan het
snoer worden doorgesneden of uw hand of arm in de richting van de draaiende zaag trekken.
12. Leg het elektrisch toestel nooit neer voordat de zaag volledig tot stilstand is gekomen. De
draaiende zaag kan ongewenst materiaal raken zodat de controle over het toestel verliest.
13. Laat het toestel niet draaien terwijl u het draagt aan uw zijde. Toevallig contact met de draaiende
zaag kan deze in uw kleding blijven haken en de zaag in uw lichaam laten snijden.
14. Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van de machine, de ventilator van de motor kan metaalstof