19
APPARAAT GEBRUIKEN
Plaats van opstelling
• Plaats het apparaat op een stabiel, effen, hitte- en vochtbestendig oppervlak. Let
erop, dat het apparaat niet kan wegglijden of omvallen!
• Let op voldoende afstand tot voorwerpen boven of naast het apparaat (zoals
hangkasten), die door de ontsnappende lucht beschadigd zouden kunnen worden.
• De voedingskabel mag niet door de gootsteen lopen!
Voor het eerste gebruik
• Verwijder alle verpakkings- en beveiligingsmaterialen zorgvuldig van apparaat
en toebehoren.
• Om stof of evt. productieresten te verwijderen, ga te werk zoals beschreven
onder Reiniging en verzorging.
Aanwijzing
• De maximale waterhoeveelheid mag 2/3 van de totale inhoud van het stoomres-
ervoir (4) niet overschrijden
• Let er voor het vullen van het stoomreservoir (4) met water op, dat de aftapkraan
gesloten is.
• Let er altijd op, dat het stoomreservoir (4) voldoende met water is gevuld, om
uitdrogen of beschadigen van het inmaakgoed te voorkomen.
• Bij de eerste inbedrijfname kan in het begin een lichte geurontwikkeling op-
treden. Dit komt door de fabricage en is volledig normaal, resp. onschadelijk.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Toepassingsgebied
De inmaakautomaat is geschikt voor:
• Inmaken
• Verwarmen en warmhouden van gerechten en soepen
• Verwarmen, warmhouden en afnemen van dranken
