72
7.4 Volume
regelen
Er zijn 5 volumeniveaus waarmee u het volume van de handset en de
luidspreker kunt kiezen.
Tijdens een telefoongesprek :
t
Druk op / om volume 1-5 te kiezen. De huidige instelling wordt
weergegeven.
>Wanneer u het telefoongesprek beëindigt, blijft het laatst ingestelde
niveau behouden.
7.5 Mute
U kunt met iemand vlak bij u praten zonder dat de persoon aan de andere
kant van de lijn u kan horen.
Tijdens een telefoongesprek :
t
Druk op om de microfoon uit te schakelen;
“DEMPEN”
wordt op het
lcd-scherm weergegeven.
De persoon aan de andere kant van de lijn kan u niet horen. Druk nog een
keer op om de microfoon weer in te schakelen.
7.6
De beltoon van de handset uitschakelen
t
Houd in de stand-bymodus de toets
*
ingedrukt om de beltoon van de
handset uit te schakelen. Het pictogram
ed
d
d
d
d
d
d
d
d
d
d
r
r
r
r
r
r
r
r
r
r
r
r
r
r
r
r
r
r
r
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
wordt weergegeven op
het lcd-scherm.
Opmerking:
Bij een inkomende oproep knippert het pictogram
en verschijnt
“OPROEP”
of het nummer van de oproeper op het display, zelfs wanneer
de beltoon uitgeschakeld is.
Als u de beltoon opnieuw wilt activeren, houdt u
*
weer ingedrukt.
7.7 Toetsvergrendeling
t
Houd in de stand-bymodus de toets
#
ingedrukt om de
toetsvergrendeling in te schakelen. Het pictogram
ruk
wordt op
het lcd-scherm weergegeven en op het scherm wordt
“TOETSEN
VERGRENDELD”
weergegeven.
Opmerking:
U kunt nog steeds of gebruiken om een oproep te beantwoorden
wanneer de handset rinkelt.
Om het toetsenbord te ontgrendelen, houdt u # opnieuw ingedrukt.