10.13 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en plaats
het op een bord.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de
ontdooitijd verlengen.
Plaats voor grote porties voedsel een
omgedraaid bord op de bodem van de
ovenruimte. Leg het voedsel op een diepe
schaal en zet deze bovenop het bord in de
oven. Verwijder indien nodig de
bakplaatsteunen.
Gebruik het eerste ovenniveau.
(kg)
(min)
Ontdooitijd
(min)
Verdere ontdooi‐
tijd
Kip
1
100 - 140
20 - 30
Halverwege de berei‐
dingstijd omdraaien.
Vlees
1
100 - 140
20 - 30
Halverwege de berei‐
dingstijd omdraaien.
Forel
0,15
25 - 35
10 - 15
-
Aardbeien
0,3
30 - 40
10 - 20
-
Boter
0,25
30 - 40
10 - 15
-
Room
2 x 0,2
80 - 100
10 - 15
Klop de nog licht bevro‐
ren slagroom.
Taart
1,4
60
60
-
10.14 Inmaken
Gebruik de functie Onderwarmte.
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai- of
bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik de eerste rekstand.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1 liter
op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit ze af
met een klem.
De potten mogen elkaar niet aanraken.
Doe ongeveer 1/2 liter water in de bakplaat
om voldoende vocht in de oven te geven.
Als de vloeistof in de weckpotten begint te
borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C (raadpleeg
de tabel).
Stel de temperatuur in op 160 - 170 °C.
ZACHTE
VRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot het
sudderen begint
Aardbeien / Bosbessen /
Frambozen / rijpe kruis‐
bessen
35 - 45
STEEN‐
VRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot
het sudderen
begint
(min)
Door blijven
koken op
100 °C
Perziken / Kwee‐
peren / Pruimen
35 - 45
10 - 15
NEDERLANDS
21