10.4 Baktips
Bakresultaat
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebakken.
De rekstand is incorrect.
Plaats de cake op een lagere rekstand.
De cake zakt in en wordt klef,
of streperig.
De oventemperatuur is te hoog.
Stel de volgende keer de oventemperatuur
iets lager in.
De oventemperatuur is te hoog en
de baktijd te kort.
Stel volgende keer een langere baktijd en
een lagere oventemperatuur in.
De cake is te droog.
De oventemperatuur is te laag.
Stel de volgende keer de oventemperatuur
hoger in.
Te lange baktijd.
Stel volgende keer een kortere baktijd in.
De cake wordt ongelijkmatig
gebakken.
De oventemperatuur is te hoog en
de baktijd te kort.
Stel volgende keer een langere baktijd en
een lagere oventemperatuur in.
Het cakebeslag is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verspreid de volgende keer het cakebe‐
slag gelijkmatig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar bin‐
nen de in het recept aangege‐
ven baktijd.
De oventemperatuur is te laag.
Stel de volgende keer de oventemperatuur
iets hoger in.
10.5 Bakken op 1 rekniveau
BAK‐
KEN IN BAK‐
VORMEN
(°C)
(min)
Taartbodem -
zandtaartdeeg,
verwarm de oven
voor
Hetelucht
170 - 180
10 - 25
2
Taartbodem -
zacht cakedeeg
Hetelucht
150 - 170
20 - 25
2
Tulband / Brioche
Hetelucht
150 - 160
50 - 70
1
Zandgebak / Fruit‐
gebak
Hetelucht
140 - 160
70 - 90
1
Kwarktaart
Boven- /onderwarmte
170 - 190
60 - 90
1
Gebruik de derde rekstand.
Gebruik de functie: Hetelucht.
Gebruik een bakplaat.
CAKE/GEBAK/BROOD
(°C)
(min)
Kruimeltaart, droog
150 - 160
20 - 40
NEDERLANDS
13