30
5. Installatie
Attentie: De volgende aanwijzingen zijn alleen bij het gebruik van UTP kabel op te volgen.
DIP-schakelaar functies: De DIP-schakelaars aan de achterkant van de zender/ontvanger zijn voor de aanpassing van het
synchronisatiesignaal aan de UTP kabel lengte. De DIP-schakelaar instellingen kunnen bij gebruik van STP-kabel genegeerd worden.
De DIP-schakelaar instellingen vindt plaats in niveau’s van 1-15, daarvoor worden geactiveerde DIP-schakelaar nummers opgeteld
(Bijv. 2 + 3 = niveau 5).
1. Stelt u als eerste niveau 5 voor de zender en ontvanger in (DIP-schakelaar 2 en 3 aan). Verbind de kabel en contoleer het
monitorbeeld.
2. Bij beeldstoringen moet u eerst de UTP kabel verwijderen en aansluitend het niveau verhogen (m.b.v. de DIP-
schakelaars)(Bijv. 1 + 2 + 3 = niveau 6). Verbindt de kabel weer en controleer het beeld.
3. Indien er nog steeds beeldstoringen zijn, moet u stap 2 herhalen.