Werkingsprincipe en eigenschappen
9
Werkingsprincipe en eigenschappen
De rookmelder detecteert geen gassen, dampen, hitte, vuurgloed en
vlammen!
Personen met een beperkt gehoor kunnen het alarm mogelijk niet
horen! Voor dergelijke situaties zijn er melders, die uitgerust zijn met
een aanvullende optische signalering!
Vooral hoge elektromagnetische stralingen kunnen de werking van
de melder beperken. Installeer de melder daarom niet in de buurt van
toestellen die elektromagnetische straling uitzenden of in de buurt
van magneten.
De rookmelder werkt op basis van het optische principe (foto-
elektrische reflectie) en heeft een meetkamer, waarin de
binnendringende rookdeeltjes worden gemeten.
Als de alarmdrempel wordt overschreden, klinkt er luid, akoestisch
alarm.
Het alarm wordt uitgeschakeld zodra de meetkamer weer rookvrij is.