29
7.1
Weergave van de signaalsterkte
1. Zet de uitbreidingsmodule in de leermodus.
2.
Druk op de toets “SELECT” tot het gewenste zone-
nummer of het nummer van de draadloze afstandsbe-
diening wordt weergegeven. Beide LED’s op de print-
plaat moeten uit zijn.
3. Activeer de overeenkomstige draadloze componenten.
De groene LED (Pass) geeft aan dat de signaalsterkte
voldoende is. De rode LED (Fail) geeft aan dat de
signaalsterkte onvoldoende is. Op het display verschijnt
afwisselend de signaalsterkte en het zonenummer.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 om de signaalsterkte
opnieuw te laten weergeven.
7.2
Jamming
Jamming-signaal wordt een signaal genoemd dat op dezelfde
frequentie als de draadloze componenten zendt en sterk ge-
noeg is om het radiosignaal minimaal 30 seconden binnen een
minuut te verdringen. Door de geleiderburg "Jamming" te plaat-
sen (stoorsignalen) wordt deze functie geactiveerd, er wordt
daardoor een storingsmelding aan de centrale doorgegeven.
7.3
Supervision
Door het plaatsen van de geleiderbrug
“Supervision” (bewa-
king) wordt deze functie geactiveerd. De draadloze uitbreiding
meldt een melder als defect als de uitbreiding binnen de gepro-
grammeerde tijd geen signaal van deze melder ontvangt.
7.4
Melder - batterij zwak
Als het vermogen van de batterij van de draadloze melder af-
neemt, dan wordt deze melding via de draadloze uitbreiding
aan de centrale doorgegeven.
8. Technische gegevens
Stroomopname
55 mA maximaal bij 12 V DCDC
Zones
8 draadloze zones voor melders en nog
eens maximaal 8 draadloze afstands-
bedieningen
Display
2 x 7-segments LED. Zichtbaar bij een
geopend huis