1
67
Bij capaciteiten
≤
7,0 kW: plaats de buitenunit nooit meer dan 5 meter hoger of lager dan de binnenunit.
Bevestiging van de buitenunit
Veranker de buitenunit met bouten, borgringen en moeren
ø
10 mm of
ø
8 mm stevig en horizontaal op
een betonnen of stabiele ondergrond.
Installatie van afvoerverbinding
(Zie Fig. 12)
Breng de afdichtring in het afvoerkniestuk aan, plaats vervolgens de afvoerverbinding in het gat in de
bodem van de buitenunit, en draai de verbinding 90° om de onderdelen stevig met elkaar te verbinden.
Sluit de afvoerverbinding aan met een verlenging van de afvoerslang (niet meegeleverd). Zo kan het con-
denswater, dat zich vormt in de verwarmingsstand van de airconditioning, worden afgevoerd.
Fig. 12
Afdichtring
Afvoerver-
binding
Gat in bodem van
buitenunit
Afdichtring
Afvoerpijp
A
B
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
Fig. 11
Lucht
inlaat
Model
A (mm)
B (mm)
≤
2.6 kW
458
290
2.6 kW < model
≤
3.5 kW
549
266/276
3.5 kW < model
≤
5.2 kW
530
290
Sterke
wind
Fig. 10
Содержание SC1226
Страница 57: ...4 57 AUTO COOL Manual control button...