C
VOOR INGEBRUIKNAME
Voor ingebruikname van de airconditioner dient u het volgende te controleren en in te stellen.
Instelling afstandsbediening
De afstandsbediening is door de fabrikant NIET ingesteld op de functie alleen koelen of verwarmen, u dient
deze functies zelf in te stellen.
Iedere keer nadat de batterijen van de afstandsbediening zijn vervangen, knippert het pijltje voor “Heat”
of “Cool” op het display van de afstandsbediening.
Afhankelijk van het type airconditioner dat u gekocht hebt, is de afstandsbediening als volgt in te stellen:
Druk op een willekeurige knop als het pijltje voor “Heat” knippert, de warmtepomp is ingesteld.
Druk op een willekeurige knop als het pijltje voor “Cool” knippert, alleen koelen is ingesteld.
Als u niet binnen 10 seconden op een willekeurige knop drukt, wordt de afstandsbediening automatisch op
de warmtepomp ingesteld. Type S1126, S1135, S1153 en S1170 zijn uitgerust met een warmtepomp.
Wanneer de afstandsbediening op Alleen Koelen is ingesteld, kan de Verwarmingsfunctie NIET via de
afstandsbediening worden ingesteld.
Veiligheidsvoorschriften
•
Gebruik de juiste stroomvoorziening (zie typeplaatje), om ernstige storingen, gevaar of brand te
voorkomen.
•
Zorg dat de stroomonderbreker of stekker niet vies wordt. Stekker/stroomonderbreker vakkundig
aansluiten op de voedingskabel, onvoldoende contact kan leiden tot een elektrische schok of brand.
•
De unit niet uitzetten met de stroomonderbreker of door de stekker uit het stopcontact te trekken,
dit kan vonken en brand veroorzaken.
•
Geen knopen in de voedingskabel leggen of eraan trekken, de kabel kan beschadigen of breken en
een elektrische schok of brand veroorzaken.
•
Nooit een stok of iets vergelijkbaars in de unit steken. De ventilator draait op hoge snelheid rond en
kan verwondingen veroorzaken.
•
Het is slecht voor uw gezondheid als de koude luchtstroom voor langere tijd op u gericht is. Het
wordt aangeraden de luchtstroom vrij te laten uitstromen in de ruimte.
•
Schakel bij storingen het apparaat uit met de afstandsbediening, voor u de stekker uit het stopcon-
tact haalt.
•
Voer zelf geen reparaties uit. Verkeerd uitgevoerde reparaties kunnen een elektrische schok, etc.
veroorzaken.
•
Gasfornuizen en ovens niet in de luchtstroom plaatsen.
•
De knoppen niet met natte handen bedienen.
•
Geen objecten op de buitenunit plaatsen.
•
De gebruiker is verantwoordelijk voor de aardaansluiting, uit te voeren door een erkende installateur
overeenkomstig plaatselijke voorschriften en bepalingen.
1
46