3
• Volg de raadgevingen van de fabrikant op met
betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken
bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproduc-
ten mogen, om gezondheidsredenen, niet
wederom ingevroren worden.
• De vriezende binnenwanden of -vlakken in het
apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen
scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en
schraap evenmin met metalen voorwerpen rijp of
ijs af. Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een
onherstelbare schade aan het apparaat en bed-
erf van de levensmiddelen veroorzaakt.
•
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door bevriez-
ing van de inhoud exploderen.
Installatie
• Overtuig u er van dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Belangrijk:
Als de voedingskabel beschadigd
raakt, moet de kabel, eventueel met stekers, ver-
vangen worden; deze onderdelen zijn verkrijg-
baar bij de fabrikant of het servicecentrum.
• De warmte welke het apparaat aan de spijzen en
dranken ontrekt, moet onbelemmerd aan de
omgeving afgestaan kunnen worden. Slechte
ventilatie onder, achter en boven het apparaat
resulteert in slechte koel-en/of vriesrestaties
door ongewild tijdelijk iutschakelen van de kom-
pressor of onjuiste werking van de absorptieunit
.
• Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht
mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u ver-
brandingsletsel door aanraking van hete tot zeer
hete delen.
• Afhankelijk van de wijze van transport kan olie
vanuit de compressor in het koelcircuit gevloeid
zijn. Wacht, na het plaatsen van het apparaat,
ten minste een half uur alvorens de steker in het
stopcontact te steken. Na achteroverliggend ver-
voer ten minste een halve dag. Daarmee geeft u
de olie de gelegenheid in de compressor terug te
vloeien. Apparaten welke van een absorptie-unit
voorzien zijn kunnen direct in bedrijf genomen
worden. Controleer circa 24 uur na het in bedrijf
stellen of het apparaat naar behoren werkt.
Milieubescherming
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in de
isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen.
Het apparaat mag niet samen met huisvuil of ges-
loopte apparaten weggegooid worden. Afgedankte
koel- en vriesapparaten moeten volgens de plaat-
selijke regelingen op deskundige wijze verwerkt
worden. Informeer bij uw gemeente naar de
mogelijkheden in uw woonplaets.
Vermijd dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral
aan de achterkant in de buurt van de warmtewisse-
laar.
De materialen in dit apparaat die voorzien zijn van
het symbool zijn geschikt voor recycling.
2222 262-11