80
81
NL
NL
• Controleer de messen, de mesbouten en het
snijmechanisme regelmatig op slijtage of schade.
Vervang versleten of beschadigde messen en bouten om
het evenwicht te behouden.
• Voor machines met meerdere spoelen: Wees voorzichtig,
het draaien van één mes kan leiden tot het draaien van
andere messen.
• Laat de machine nooit zonder toezicht achter wanneer in
werking, in het bijzonder wanneer er zich kinderen of
huisdieren in de buurt bevinden.
• Gebruik de machine nooit om oneffenheden vlak te
maken.
• Als de messen niet langer juist maaien of de motor raakt
overbelast, controleer alle onderdelen en vervang in geval
slijtage wordt waargenomen. Als een uitvoerige reparatie
noodzakelijk is, neem contact op met het servicecentrum.
GEBRUIK
• Plaats uw handen of voeten niet in de buurt van of onder
de draaiende onderdelen.
• Hef de machine nooit op of draag ze niet als de motor
draait.
• Haal de stekker uit het stopcontact of verwijder het
ontkoppelingsmechanisme:
- voor het verwijderen van een verstopping.
- voor het controleren, reinigen of onderhouden van de
machine.
- na het raken van een vreemd voorwerp om het
gereedschap op schade te controleren
- Als het apparaat overmatig trilt. Controleer op schade
voordat u het gereedschap opnieuw inschakelt.
• Start de robotmaaier volgens de gegeven instructies. Als
de hoofdschakelaar (11) op de stand ON (aan) is
ingesteld, houd uw handen en voeten uit de buurt van de
draaiende messen.
• Til de robotmaaier nooit op of draag deze niet wanneer
de hoofdschakelaar op de stand ON (aan) is ingesteld.
• Personen, die niet op de hoogte zijn van de juiste
werking van de maaier, mogen het apparaat niet
gebruiken.
• Plaats niets op de robotmaaier of het laadstation.
• Gebruik de robotmaaier niet met een beschadigd mes,
romp, schroeven of moeren, etc.
• Gebruik de machine niet in nat gras. Dit kan tot meer
slijtage leiden en vereist snellere reiniging van de
machine.
WERKONDERBREKING
• Eenmaal de machine is uitgeschakeld, blijft de
mescilinder nog enkele seconden draaien. Houd handen
en voeten uit de buurt.
• Verwijder een eventuele verstopping pas eenmaal de
machine tot een volledige stilstand is gekomen. Zorg dat
de grasafvoeropening (indien aanwezig) schoon is.
• Schakel de machine uit voordat u deze transporteert,
optilt of kantelt.
• Laat de machine nooit zonder toezicht achter. Houd
toezicht over kinderen zodat ze niet met het apparaat
spelen.
OPGELET!
Hieronder vindt u enkele maatregelen om schade
aan de robotmaaier of letsel aan de bediener te
vermijden.