Ne
de
rla
n
d
s
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
5
Nl
INL
E
IDING
1
Zender van het infraroodsignaal (p. 6)
Zendt infraroodsignalen naar dit toestel.
2
CD/USB (p. 9)
Schakel tussen disc-modus en USB-modus.
3
DIMMER (p. 12)
Hiermee selecteert u het helderheidsniveau van het
uitleesvenster op het voorpaneel.
4
Cijfertoetsen (p. 10)
Hiermee selecteert u een track rechtstreeks.
5
PROGRAM (p. 15)
De programmamodus in- of uitschakelen.
6
/
(Achterwaarts/voorwaarts zoeken)
(p. 11)
Hiermee zoekt u tracks achterwaarts/voorwaarts af.
7
/
(Achterwaarts/voorwaarts
verspringen) (p. 11)
Hiermee verspringt u naar de volgende/vorige track of
springt u terug naar het begin van de huidige track.
8
OPEN/CLOSE (p. 9)
Hiermee opent of sluit u de disc-lade.
9
PURE DIRECT (p. 11)
Hiermee schakelt u de PURE DIRECT-modus in of uit.
0
DISPLAY (p. 12)
Hiermee wijzigt u de tijdsweergave.
A
ENTER (p. 15)
Bevestig het nummer van de track als dit toestel zich in de
invoermodus voor het programmeren bevindt.
B
CLEAR (p. 16)
Hiermee wist u de geprogrammeerde track.
C
REPEAT (p. 13)
Hiermee herhaalt u het afspelen van een afzonderlijke
track of van alle tracks.
D
RANDOM (p. 13)
Hiermee stelt u afspelen in willekeurige volgorde in.
E
A/B (p. 14)
Hiermee stelt u herhaald afspelen A-B in.
F
(Pauzeren) (p. 10)
Hiermee pauzeert u het afspelen.
G
(Afspelen) (p. 9)
Hiermee start u het afspelen.
H
(Stoppen) (p. 10)
Hiermee stopt u het afspelen.
Afstandsbediening